Geplaatst op Geef een reactie

Sereniteit—neutraliteit

‘ Het is moeilijk om niet verstrikt te raken in de emoties die omhoogkomen bij bijna iedere poging om anderen bij te staan op hun weg door het leven.

De beste manier die ik ken om niet verstrikt te raken is vanaf het begin neutraal zijn. Vergeet niet hoe snel overdracht plaatsvindt.

Je ontmoet de Duivel of de Schaduw in een geslepen vertegenwoordiger. Een vrouw is gekleed als de Minnaar. Je ontmoet de Moeder in een zorgzaam persoon, ook in een jonge vrouw die je gewoon de weg wijst.

Word zodra je ook maar iets van die betovering voelt neutraal.

Vergeet niet wie je bent: een therapeut en niet gewoon een ander persoon. Je kunt het je niet veroorloven om onbewust te zijn. Je kunt de hele dag en iedere dag zo sereen zijn omdat je een therapeut bent en niet zomaar iemand die therapie geeft.

Of je bent een vriendin die op dit moment toevallig therapeut is en informele therapie geeft aan een medemens.

De Duivel, Schaduw en Minnaar zijn diepe persoonlijkheden die de persoon die je helpt een kleur geven. Het kan zijn dat je zo beïnvloed of gecharmeerd wordt door deze gestalten, of er juist een afkeer van krijgt, dat je de echte persoon niet meer ziet.

Je bevindt je in de mythe en de mensen met wie je te maken hebt zijn mythologisch, of in ieder geval figuren in een roman of toneelstuk.

Als je deze gedachte tot het uiterste doorvoert, is uiteindelijk iedereen een mythologische figuur. Je verbeeldt je altijd van alles, je bent met niemand en nergens vrij van de verhalen die schuilgaan onder je fysieke waarneming. Maar ondanks al deze ruis wil je je werk goed doen en een verantwoord leven leiden.

Al deze complexiteit en al deze betekenisvolle lagen hoeven geen probleem te zijn. Ze geven aan hoe rijk het leven is. Het probleem is dat we meestal in de illusie verkeren dat de wereld die we om ons heen zien de enige echte is, en dat die slechts uit één laag bestaat die we de werkelijkheid noemen.

Maar volgens de archetypische, vooral platonische zienswijze, is er geen enkele werkelijkheid- maar dan ook niet één- die niet voortdurend gekleurd wordt door de levendige verbeelding.

De therapeut verkeert niet in de luxepositie dat ze kan leven en werken in de veronderstelling dat de dingen zo zijn als ze lijken te zijn. Ze kan niet anders dan rekening houden met het rijk van de verbeelding met zijn oneindige stroom aan verhalen, beelden en personages.’

Menselijke interactie zonder een bepaalde mate van overdracht is moeilijk voor te stellen! Het helpt wel als je bekend bent met de dynamiek van overdracht in het algemeen en als je je bewust bent van de precieze aard van de overdracht die meespeelt in iedere therapeutische relatie. Het kan hierbij om allerlei emoties gaan: liefde, haat, jaloezie, medelijden, broederlijkheid of dochterlijke gevoelens, pure zorg. Het helpt als je beseft hoe de overdracht je helpt en hoe het in de weg kan gaan zitten. Bewust zijn van deze dynamieken is heel helpend om cliënten echt verder te helpen, de vraag is of cliënten eerder een soort van ‘ vriend/vriendin’ nodig te hebben die hen begrijpt of een therapeut die inzicht heeft in zichzelf én de cliënt op een gemoedelijke doch professionele manier kan begeleiden.

Geef een reactie

Je e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *