Twee bijzondere boeken geschreven door Mieke Mosmuller
Na het boek ‘Singulariteit’ ( uitgegeven in 2019) te hebben herlezen, herlees ik het vervolg ‘Posthumanisme’. (2020)

Zoals dat met antroposofische boeken iets meer vraagt aan geduld is het herlezen van de inhoud een dieper omvormen en omwerken. Ondanks de dialogen van deze boeken heel levend en begrijpelijk beschreven worden, zijn er lagen in verwerkt, die een ander soort begrijpen, een andere manier van denken, onvermijdelijk, opwekt.
En dat andere denken, ja, dat vraagt het actief opnemen van de inhoud, niet als een ja-knikken en doorslikken, maar werkelijk ervan doordrongen worden. In deze beweging voel ik heel kleine opstapjes, die ook wel mijn eigen worsteling in het gewone, alledaagse denken laat zien. Het niet afstoten zonder meer, omdat ongekend onbemind maakt, laat ons als mens zien, hoe ons denken door onze opvoeding en socialisatieprocessen is ‘gevormd’. Of mag ik zeggen het ‘eenzijdig’ op het materialistische denken is gestoeld, en liefst nog ‘wetenschappelijk’ te bewijzen.
Dat beperkende denken, wat veel mensen een houvast geeft, ontspruit aan iets anders. Dat wetenschappelijk te bewijzen, begin er maar aan. Breng het in cijfers, in grafieken, in modellen, en je komt erachter dat dit een beeld is wat zelden strookt met de werkelijkheid.
Dus wat Mieke schrijft, helderder kan ze het al niet aanbrengen; Ik voel daar zeer zeker iets anders bij, dan het voor of tegen iets zijn. Dat iets is een uitnodiging tot vrij denken, zelf-staand- denken, niet om haar na te praten, of na te bootsen, maar wel een opmaat tot zuiver duiken. Als we al zo’n gewaarwording kunnen beleven, een glimp van het zuiver te denken bij iemand waar te nemen, dat is toch wel een geschenk.
Want zuiver denken…al zijn daar heel veel meningen en visies over, dat moet eigenlijk een streven zijn, daar moet je wel die liefde voor het zuiver denken van binnen kunnen voelen, al is de weg ernaartoe een kwestie van moed niet af te dwalen en mee te varen met alles wat de weg ernaartoe afhoudt.
Met diep respect citeer ik de volgende woorden als een soort van aanspreken voor je begint te lezen. Het lezen van het eerste boek is wat ik aanraad, omdat het tweede volgt, verder bouwt op het eerste.
‘In mijn boek ‘Singulariteit’ heb ik een poging gedaan om de actuele toekomstvisie op de mens vanuit de Artificial Intelligence te weerspiegelen met de visie op de mens zoals we die kunnen hebben vanuit de anthroposofie, die niet voor niets die naam draagt: wijsheid van de mens., of een wijs mensbeeld.
Aan het slot van het boek vaan de vrienden die dit thema hebben besproken uiteen en spreken af om enkele maanden later opnieuw samen te komen om een concreet toekomstbeeld van de menselijke ontwikkeling te ontplooien, dat uitgaat van de soevereiniteit van de geest.
Dit huidige boek ‘Posthumanisme’ is het verslag van die samenkomst van dertien vrienden in het hooggebergte. Het is een gecomprimeerde beschrijving van de mensheidsontwikkeling op aarde geworden, beschreven vanuit de tijd van het vroege Lemurië tot aan het eind van het Na-Atlantische tijdperk.
Makkelijk te lezen zal het niet zijn, ik reken op de activiteit in het meedenken en vooral voorstellen bij de geëngageerde lezer(s). Zonder die activiteit kan het niet anders zijn dan een merkwaardige opeenstapeling van feiten in het verleden en toekomst.
Brengt de lezer het daarentegen op om met het actieve voorstellen mee te denken en te imagineren, dan verschijnt een onbegrensd rijke toekomst voor de innerlijke blik.
Daarbij zal het posthumanisme van de singulariteit verbleken tot een levenloos onding.
Als in de mens ingeboren de waarheidszin leeft, waarin ik het vaste vertrouwen heb, dan moet daarin de vreugdevolle herkenning van dit toekomstbeeld oplichten.
Het enige wat ertegen kan spreken is de onwil, in alle mogelijke vormen, van geen zin hebben tot regelrechte weerzin.’
Mieke Mosmuller

Achterflap boek: ‘ De transhumanisten zijn niet bereid zich te verdiepen in de zin en de betekenis van het fysieke lichaam op zich. Ze willen er eenvoudigweg van af, nadat ze daaruit gedistilleerd hebben wat voor hen het belangrijkste is: een algoritme op basis van informatica, dat ook een zekere creativiteit bevat, zoals we die in het game kennen.
Met die creativiteit moet je dan genoegen nemen, verder ontwikkeld uiteraard. Met de ongekende rekencapaciteit als ondergrond voor de intelligentie moet je dan gelukkig zijn. De toekomstige machinemensen, die nog iets heel anders zullen zijn dan de robots, zullen dan de plaats van de biologische mens innemen.’
Wanneer je deze inzichten meditatief opneemt, dan vind je het tegenbeeld daarvan en kom je min of meer vanzelf bij de stap in de mensheidsontwikkeling dat hier de ‘wederhelft’ van is en die nog in een verre toekomst ligt.’
In de vorm van voordrachten en gesprekken wordt in dit boek deze ‘wederhelft’ van het trans- en posthumanisme geschilderd. Het is een spirituele toekomstvisie, geen science fiction.
Mieke Mosmuller (1951- Amsterdam) studeerde geneeskunde in Amsterdam en heeft meer dan dertig jaar ervaring als praktiserend arts. Sinds 1994 is zij naast haar beroep als arts auteur van romans en spiritueel-filosofische boeken. Zij schrijf inmiddels meer dan 57 boeken. Een deel van haar werken zijn vertaald in het Duits, Engels, Deens en Frans.
‘