Er was eens, in een mystiek bos genesteld tussen de rijken van dromen en realiteit, een zachtaardige eenhoorn genaamd Lichthart. Ze was niet zoals andere eenhoorns; haar hoorn schitterde niet met zilver of goud. In plaats daarvan gloeide ze met een zacht, iriserend licht die van kleur veranderde naargelang haar emoties.
Lichthart bracht haar dagen door met het verkennen van de betoverde magische open plekken, haar hoeven raakten nauwelijks het met dauw gekuste gras. Ze had een speciale gave: het vermogen om gewonde wezens te helen.
Toen een gewonde vogel uit de lucht viel, zijn vleugel gebroken, raakte Lichthart hem aan met haar hoorn. De veren van de vogel schitterden en hij vloog weer op, een zoete melodie van dankbaarheid zingend.
De andere boswezens bewonderden haar vriendelijkheid. De wijze oude eik fluisterde haar geheimen toe, lieftallige feeën dansten om haar heen, waarbij ze sporen van sprankelend stof achterlieten. Maar Lichthart voelde een diep verlangen in haar hart. Ze vroeg zich af waarom haar hoorn gloeide, waarom ze deze helende kracht had.
Op een maanverlichte nacht, terwijl Lichthart uitrustte bij een kristalheldere stroom, verscheen er een mysterieus figuur. Het was een oude tovenares, haar ogen glinsterden als sterrenstelsels. Ze droeg een mantel geweven van sterrenstof en droeg een staf versierd met een prachtige parelmoerachtige maansteen.
‘ Lichthart’, sprak de tovenares, haar stem echode door het bos, ‘je hoorn bevat de magie van empathie. Je bent een brug tussen werelden – de fysieke en de spirituele. Je helende aanraking heelt niet alleen lichamen maar ook zielen.’
Lichthart luisterde, haar hart fladderde als de vleugels van een vlinder. ‘Waarom ik?’ vroeg ze. ‘Waarom dit geschenk?’
De tovenares glimlachte. ‘Omdat, lieve eenhoorn, je voorbestemd bent om evenwicht te brengen. De wereld heeft genezers nodig die zowel licht als schaduw begrijpen. Je iriserende hoorn weerspiegelt de complexiteit van het leven – de vreugde en het verdriet, liefde en verlies.’
Lichthart knikte en nam de woorden van de tovenares in zich op.
Vanaf die dag omarmde ze haar rol. Ze genas gewonde dieren, maar ze luisterde ook naar hun verhalen: hun angsten, hun hoop. Ze troostte verloren zielen en leidde ze naar de glinsterende sluier die het sterfelijke rijk scheidde van het hiernamaals.
Naarmate de seizoenen veranderden, gloeide Lichtharts hoorn feller. Ze werd een baken van mededogen, dat wezens uit verre landen aantrok. Het bos veranderde in een heiligdom: een plek waar gebroken harten troost vonden.
Op een avond, toen de maan laag hing, ontmoette Lichthart een vermoeide reiziger: een mensenmeisje genaamd Rozemarijn. Haar ogen waren gevuld met tranen en haar geest werd bezwaard door verdriet. Ze was haar familie, haar thuis en haar doel in het leven verloren.
Lichthart raakte het diepbedroefd meisje haar voorhoofd aan met haar gloeiende hoorn. De pijn van het meisje verdween en werd vervangen door een gevoel van vrede. ‘Waarom?’ fluisterde ze, lieve eenhoorn. Waarom kan het je wat schelen?’
‘Omdat,’ antwoordde Lichthart ‘we allemaal met elkaar verbonden zijn. Jouw verdriet is mijn verdriet , en jouw genezing is mijn doel.’
Rozemarijn bleef in het bos en verzorgde samen met Lichthart gewonde dieren. Ze leerde de wereld te zien door de ogen van Lichthart, de hartslag van de aarde te voelen, het gefluister van de wind, het kabbelen het helende water. En in die gedeelde empathie vond Rozemarijn haar eigen magie: het vermogen om harten te helen met woorden en vriendelijkheid.
Samen werden Lichthart en Rozemarijn legendes. Ze zwierven over de wereld en heelden niet alleen lichamen, maar ook zielen. En wanneer iemand vroeg naar de eenhoorn met de iriserende hoorn, zeiden ze: ‘ Ah, dat is Lichthart, de brug tussen werelden, de belichaming van vriendelijkheid en empathie.’
En zo bleef Lichtharts licht schijnen, de donkerste hoeken van het bestaan verlichtend. Want in haar helende aanraking bloeide hoop op en weefden de draden van het universum een wandtapijt van mededogen: een herinnering dat zelfs in een gebroken wereld, liefde kon helen wat gebroken was.
Als jij je gewond of verdwaald voelt, zoek dan een bos, een rustige plek in de natuur op waar Lichthart woont. Luister naar het zachte geritsel van bladeren, het verre gezang van feeën, en daar, onder de zachte aanblik van de maan, kun je je afstemmen op Lichthart, een glimp opvangen zelfs van de eenhoorn met de iriserende hoorn, een levend bewijs van de magische helingskracht, van vriendelijkheid, van empathie.
Mieke