Geplaatst op Geef een reactie

Wat is de ziel?

We hebben het heel vaak in gesprekken over ‘de ziel’. Toen ik eerder naar video’s van Mieke Mosmuller luisterde, hoe Steiner de ziel omschrijft, ben ik daar toch wel stil blijven bij staan. In spiritualiteit worden wel eens woorden gebruikt, door gewoontevorming onder meer, waar niet dieper op ingegaan wordt, het blijft zo allemaal zweven in de ether, onduidelijk, en toch met het grootste gemak uitgesproken of geschreven. Dat lijkt toch wel op de duur heel oppervlakkig, zonder betekenis of uitnodiging om daar dieper op in te gaan.

Steiner zag de ziel als een brug tussen lichaam en geest, een ervaringsgebied waarin denken, voelen en willen samenkomen. Maar zonder verbinding met de geestelijke kern — het eeuwige, scheppende deel van de mens — blijft de ziel reactief, gevoelig voor indrukken, maar niet werkelijk transformerend.

New Age-denken richt zich vaak op het emotionele en mentale niveau van de ziel, maar mist de innerlijke scholing die nodig is om de geest wakker te maken. Daardoor ontstaat een spirituele cultuur die wel inspireert, maar zelden verinnerlijkt — een zoektocht naar licht zonder de weg door de duisternis van het eigen karma en morele ontwikkeling.

Steiner pleitte voor een innerlijke weg waarin de ziel zich opent voor het Geestzelf, Levensgeest en Geestmens — een proces van transformatie dat niet alleen troost biedt, maar ook innerlijke vrijheid en morele kracht schenkt.

Volgens Rudolf Steiner is geestelijke rijping geen passief proces, maar een bewuste innerlijke scholingsweg die de mens stap voor stap dichter bij zijn geestelijke oorsprong brengt. Hier zijn enkele kernpunten die hij beschrijft als noodzakelijk voor die rijping:

Steiner benadrukt dat geestelijke ontwikkeling begint met concentratie, meditatie en morele zuivering. In zijn boek ‘Hoe verkrijgt men bewustzijn op hogere gebieden’ beschrijft hij oefeningen om het denken, voelen en willen te verfijnen.

De bewustzijnsziel is het hoogste deel van de ziel, waarin het hogere Ik zich begint te manifesteren. Pas wanneer deze ziel actief wordt, kan de geest zich werkelijk ontwikkelen.

Steiner beschouwt de komst van Christus als een kosmische gebeurtenis die het mogelijk maakt dat de mens zijn geest opnieuw kan verbinden met de hogere werelden.

Geestelijke ontwikkeling is geen makkelijk pad. Het ego wil vaak iets bereiken: verlichting, kennis, rust — maar deze wil is vaak gericht op het verkrijgen van iets voor zichzelf. Steiner vertelt/schrijft dat ware geestelijke rijping niet voortkomt uit het willen van het ego, maar uit een volledige innerlijke betrokkenheid bij het proces van transformatie.

Het is een weg van innerlijke arbeid, van morele zuivering, van het leren luisteren naar het hogere Ik. De ziel moet zich openen voor de geest, niet om iets te verkrijgen, maar om te worden — een mens die leeft vanuit vrijheid, liefde en intuïtief inzicht.

Ook al verlangen velen waarover hij schrijft, zonder volharding, zonder actieve inspanningen, zonder kennis te laten inwerken/doorwerken, zuchten menigeen: ‘ ik heb daar eigenlijk geen zin in, het duurt me te lang, ik zie geen resultaat, die weg is veel te lastig, te moeilijk en als verdere drogredenen: dat is veel te mentaal, veel te veel denkwerk…’ Ja, willen we dat ‘iets’ begrijpen, dan vraagt dat echt inspanningen. Het is een bewuste keuze op die weg te volgen, en wat daar dan zo verrassend in is, althans dat is mijn beleving, is dat ik nieuwe dingen ontdek met verwondering, het daagt me uit op een positieve manier stil te staan en toch de innerlijke beweging te ervaren/te voelen, landen in de aarde en verbonden met de Kosmos. Ik kan ook begrijpen dat die weg niet zo aantrekkelijk is voor zoekenden naar spirituele groei en bevestiging, ontevreden met zichzelf en schreeuwend dat ze al zoveel hebben ‘gedaan’, en steeds in hetzelfde cirkeltje draaien.

Soms, heel soms, als ik de naam Steiner uitspreek, komt daar nogal snel ‘ neen, daar begin ik niet aan tot ik snap daar geen jota van’. Echter, is Steiner heel goed te lezen, als je bereid bent om één pagina met je hart te lezen, en de inhoud ervan in je op te nemen en te laten inwerken/uitrijpen. Met dat geduld ontdek je op een moment ‘ aha’, de inhoud legt een weg af in het denken, het voelen en het handelen.

Soms volstaat dat. Soms is het genoeg; je voelt vanzelf als je klaar bent voor een volgende pagina of inzicht. Het risico om teveel inhoud op te nemen, lijkt me onwaarschijnlijk, je kunt niet lijden aan informatieve obesitas…want je voelt écht: het is voor nu genoeg, met genoegen.

Het is dus geen pad van comfort, maar van innerlijke waarheid. En juist daarin ligt de kracht: niet in wat het ego wil, maar in wat de geest ontvouwt wanneer de ziel zich volledig verbindt.

Rudolf Steiner spreekt op meerdere plekken over het idee dat de mens voortdurend in wording is — niet als een vaststaand wezen, maar als een proces van innerlijke ontwikkeling. Hoewel hij het niet altijd letterlijk zo formuleert, is de gedachte diep verweven in zijn werk.

Hier is een citaat dat die essentie prachtig raakt:

En in ‘De weg tot inzicht in hogere werelden’ schrijft hij:

Deze uitspraken tonen dat Steiner de mens ziet als een scheppend, transformerend wezen — waarbij geestelijke rijping ontstaat door bewuste innerlijke arbeid, niet door passieve overgave.

Genegen groet

Mieke 🌹💚

Geef een reactie

Je e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *