Geplaatst op

Wat beweegt jou?

Een heel uitnodigend en laagdrempelig geschreven ‘boekje’, dat me de moed geeft om elke dag stil te staan bij het uitvoeren van een oefening. Het boekje van Maartje van der Wees had ik al een tijdje geleden gekocht, samen met het boekje van Rudolf Steiner.

Dat daar dan effectief een cursus uit de lucht kwam gevallen bij Theodor, kon niet anders leiden tot een ‘Ja’, waar de eerste sessie meteen ging over Ja en Nee

* * * * * * * * * * * * * * * * * * * * * * * * * * * * * * * * * * * * * * * * * * * * * * * * * * * * * * * * * * * * * * * *

Een citaat van Rudolf Steiner ‘ Ich suche im innem der schaffende Kräfte Wirken.’

Ik kan het zo samenvatten, wat de kern, de essentie is van euritmie

Het is een uitnodiging tot wakker worden — niet in de ogen van de ander, maar in het innerlijk van jezelf. In een wereld die ons voortdurend aanmoedigt om onszelf te tonen via buitenkant, via imago, via een zorgvuldig geconstrueerde façade van stoerheid, aantrekkelijkheid of charisma, biedt euritmie een radicaal andere weg: de weg naar binnen, naar de essentie, naar het stille centrum van wie wij werkelijk zijn.

Wanneer we euritmie beoefenen, worden we uitgenodigd om op vier lagen wakkerder te worden. Het fysieke lichaam — het aardelichaam — wordt aangesproken in zijn ritme, zijn zwaarte, zijn vormkracht. We leren opnieuw te bewonen wat vaak slechts een voertuig is geworden. De voeten raken de aarde niet om te imponeren, maar om te verbinden. De armen en benen ( ledematen) bewegen niet om te verleiden, maar om te ankeren. In deze laag worden we herinnerd aan de eenvoud van ons totale Zijn. Eigenlijk kun je euritmie een vorm van mindfulness in bewegen noemen.

Het etherische lichaam — het waterlichaam — wordt gewekt in zijn stroming, zijn adem, zijn ritme. Euritmie nodigt uit tot een verfijnde afstemming op levensprocessen: inademen, uitademen, groeien, rusten. Hier wordt de levenskracht voelbaar, niet als energie om te gebruiken, maar als stroom om te volgen. We leren onszelf niet op te laden, maar onszelf te laten stromen. De bewegingen zijn niet gericht op presteren, maar een echo van de etherische wereld die ons draagt.

De ziel — het luchtlichaam — wordt aangeraakt in haar gevoeligheid, haar nuance, haar innerlijke kleur. Euritmie is hier een spiegel: hoe beweegt mijn gevoel, hoe klinkt mijn innerlijke toon? Niet om te dramatiseren, maar om te verfijnen. De ziel wordt niet uitvergroot, maar doorstraald. In een cultuur die emoties vaak uitvergroot tot een spektakel, nodigt euritmie uit tot verstilling, tot het luisteren naar de subtiele adem van het innerlijk.

En dan is er het Ik — het vuurlichaam — dat in euritmie niet als ego verschijnt, maar als kern. Het Ik dat kiest, dat draagt, dat verbindt.

Euritmie vraagt moed om zichzelf te tonen. Het is een andere manier van zichtbaar Zijn of Worden.

Er is alleen waarheid. En die waarheid is kwetsbaar, maar krachtig. Ze vraagt om aanwezigheid, om innerlijke leiding, om het vuur van het Ik dat niet wil overheersen, maar wil dienen.

Euritmie kent een heel breed terrein in het kunstzinnige.

Het is een mensvormende kracht die precies dat ontwikkelt wat in onze tijd zo snel verloren dreigt te gaan: innerlijke samenhang, gevoelsdiepte, aandacht, ritme, moed, en de ervaring dat lichaam, ziel en geest één geheel vormen.

Daarom is euritmie zo belangrijk voor kinderen — en eigenlijk voor iedereen, thuis, op school en zelfs in bedrijven.

Euritmie spreekt het kind aan op een manier die geen enkel ander vak doet. Het kind leert niet over beweging, maar vanuit een innerlijk bewegen . Het leert niet over taal, maar het innerlijk bewegen tot taal vorming.

Niet over muziek, maar door het ritme, de klanken in zich op te nemen.

Euritmie maakt de wereld niet kleiner, maar groter, omdat het kind ervaart dat alles wat het doet — elke stap, elke gebaarlijn, elke klank — betekenis draagt. Het lichaam wordt niet gebruikt als een technisch instrument, maar als drager van innerlijke waarheid.

In een tijd waarin kinderen steeds meer in hun hoofd leven, steeds sneller moeten reageren, steeds meer prikkels verwerken, brengt euritmie een tegenbeweging: vertragen, voelen, afstemmen, doorademen.

Het fysieke lichaam wordt wakker in zijn ritme en coördinatie. Het etherische lichaam wordt gedragen door de adem en alle daarmee verbonden levensprocessen. De ziel leert nuance, kleur, empathie. En het Ik leert richting geven, kiezen, aanwezig zijn. Euritmie is dus geen kunstvorm die “iets moois” wil tonen, maar een kunstvorm die de mens zelf mooier maakt — van binnenuit.

Thuis kan euritmie een bron van rust en verbinding zijn. Kinderen die euritmie doen, bewegen anders door hun dag: ze ademen dieper, reageren minder impulsief, voelen beter wat ze nodig hebben. Ouders merken vaak dat hun kind meer innerlijke rust krijgt, meer zelfvertrouwen, meer harmonie in zijn bewegingen. Euritmie maakt het kind niet braver of volgzamer, maar meer zichzelf.

Op school is euritmie een onmisbare tegenkracht tegen de eenzijdigheid van cognitief leren, waar helaas in het reguliere onderwijs steeds meer het belang van ‘kennis’ opgedrongen wordt.

Het maakt taal tastbaar, muziek zichtbaar, rekenen voelbaar. Een kind dat in euritmie een cirkel vormt, leert iets over geometrie dat geen enkel boek kan uitleggen. Een kind dat een klank beweegt, leert iets over taal dat geen enkele grammatica kan geven. Euritmie maakt leren belichaamd, en daardoor dieper, duurzamer en menselijker.

En zelfs in bedrijven heeft euritmie een plaats. Niet als ‘alternatieve workshops’ , maar als kunst die mensen opnieuw verbindt met hun menselijkheid.

Euritmie leert luisteren zonder woorden, samenwerken zonder competitie, bewegen als groep zonder hiërarchie. Het maakt zichtbaar hoe een team ademt, waar spanning zit, waar harmonie ontstaat.

Het brengt mensen uit hun hoofd en terug in hun lichaam, terug in hun ritme, terug in hun vermogen om werkelijk aanwezig te zijn. In een wereld van deadlines, targets en digitale communicatie is dat geen luxe, maar noodzaak.

Euritmie is belangrijk omdat het ons herinnert aan iets wat we dreigen te vergeten: dat de mens geen machine is, maar een levend wezen met lagen, ritmes, dieptes en licht.

Het is een kunst die niet alleen schoonheid schept, maar menswording. En precies daarom hoort euritmie thuis in het leven van kinderen, in het onderwijs, in gezinnen, en zelfs in de wereld van werk en organisatie. Want waar euritmie verschijnt, wordt de mens weer heel.

Want kinderen leren niet alleen met hun hoofd — ze leren met hun hele wezen. In euritmie wordt dat wezen aangesproken, gedragen en gevormd.

Toch is het voor veel kinderen in onze tijd niet vanzelfsprekend om deze kunst binnen te stappen. Kinderen die vooral vanuit een materialistisch beeld worden opgevoed, leren al vroeg dat alleen datgene telt wat je kunt zien, meten, vastpakken of bewijzen. Ze worden omringd door prikkels die snel, luid en oppervlakkig zijn. Hun aandacht wordt naar buiten getrokken, naar schermen, prestaties, imago’s. In zo’n wereld wordt het innerlijke vaak stil, soms zelfs onzichtbaar. En precies dat maakt de weg naar euritmie moeilijker: euritmie vraagt om luisteren, om voelen, om afstemmen op iets dat niet tastbaar is maar wel werkelijk.

Wanneer een kind vooral leert dat het lichaam een machine is, dat beweging sport is, dat expressie entertainment is, dan voelt euritmie vreemd, traag, misschien zelfs ongemakkelijk. Want euritmie vraagt niet om te presteren, maar om aanwezig zijn.

Het is het hoofd, het hart en de ledematen te verbinden.

Euritmie doorbreekt het eenzijdige ontwikkelingsbeeld dat nu stijf staat van het behalen van doelen. Het worden ‘minimumdoelen’ genoemd. Maar voor diegenen die heel neutraal kunnen waarnemen, zijn die doelen vooral gericht op mentale kennis. Kunstzinnige vakken worden steeds meer afgestoten.

Euritmie integreren in het leven van het jonge kind nodigt uit van wat er innerlijk leeft en dat vanuit een natuurlijke innerlijk aanwezige impuls tot een unieke en authentieke vormkracht te openbaren.

Voor kinderen die vooral in het uiterlijke gebied leven, is dat een grote stap. Maar precies daarom is euritmie zo belangrijk. Ze opent een deur die anders gesloten blijft. Ze leert kinderen dat er meer is dan wat uiterlijk zichtbaar is. Ze geeft hen toegang tot hun eigen binnenwereld, tot hun eigen ritme, tot hun eigen kracht. Ze maakt hen niet braver of volgzamer, maar vrijer — omdat ze hen verbindt met hun eigen essentie.

Toen ik de laatste bladzijden las over ‘tussenruimte’ viel het kwartje. Eerder deze week plaatste ik het prachtige beeld van de aalscholvers- althans voor mezelf was dat beeld uiteraard beweeglijk- dat me werkelijk intrigeerde. De aalscholvers vormden een beeld van samen- in beweging, als één organisme, zonder dwang, er was een samenhang vanuit vrijheid. En had ik mee kunnen vliegen dan zou dat beeld weliswaar veranderlijk kunnen zijn. Ik voelde me bij het lezen van het stukje rond ‘tussenruimte’ nog dieper aangeraakt.

Als ik ‘tussenruimte’ uitbreid naar hoe wij ons verhouden tegenover mensen, tegenover dingen, dan is daar altijd het ervaren van de tussenruimte. Het ontstaan van een samenhang vanuit vrijheid.

Dit prachtig in woorden gebrachte werk is niet alleen gericht tot praktiserende euritmisten, maar voor iedereen die ontvankelijk is om daar een stil bij te staan.

Ik ga deze wonderschoon geschreven creatie alleszins nog vaker laten inwerken en doorwerken in verbinding met de cursus die ik volg bij Theodor.

Warme liefs

Mieke 🌹💚🙏