In een rustig gemoedelijk dorpje woonde aan de rand van weelderige bossen een wijze oude man. Hij stond bekend om zijn diepe begrip van het leven en zijn vermogen om anderen te begeleiden door zijn diep doorleefde levens- wijsheid. Toch was de oude wijze ondanks al zijn ervaringen, heel dienstbaar en nederig gebleven.
Op een dag kwam een jongeman naar hem toe, geplaagd door zijn constante behoefte om zichzelf te bewijzen. Vrienden ontweken hem steeds vaker omdat zijn neerbuigende houding en scherpe uitspraken over anderen, alles behalve verbindend en vriendelijk waren.
Met oordeelloze aandacht luisterde de oude wijze geduldig naar de jongeman en nam hem mee naar een nabijgelegen rivier. Hij gaf hem een kleine, delicate lotus en vroeg hem om deze op het wateroppervlak te leggen. De oude wijze man nam het woord.
‘Lieve vriend, trots is als deze bloem. Als hij op het wateroppervlak drijft, lijkt hij mooi en sereen. Net als alle andere lotusbloemen, gedijen ze op eigen natuurlijke wijze naast en met elkaar. Als je onder het wateroppervlak kijkt, kun je zien hoe diep verbonden ze met elkaar zijn. Ze zijn gelijk in waarde, al is de ene bloem wat groter dan de andere. Geen enkele bloem die je ziet, vergelijkt zichzelf met elkaar en dat is de kracht van hun bestaan.
Stel je nu een voor dat jij die bloem in je hand zodanig stevig vasthoudt, wat gebeurt er dan, denk je?
Er liep een traan langs de wangen van de jongeman. Hij vond niet meteen de juiste woorden, hij die altijd zo welbespraakt het woord nam en ontnam van zijn vrienden, werd helemaal stil. Voor enkele momenten bleven de twee samen in verbonden stilte.
‘Ware kracht en wijsheid’, vervolgde de oude wijze man, komen vooruit uit begrip en nederigheid, nooit uit de behoefte om boven anderen te staan.’
Zachtjes dreef de bloem weg en aanschouwde het groter geheel. Geraakt door de woorden van de oude wijze man, begreep hij dat zijn trots hem ervan weerhield om waarachtig contact te maken met zijn vrienden. Onthutst ontdekte hij in een flits dat hij niet eens verbonden was met zichzelf, hij wist niet eens wie hij werkelijk was, wat hij voelde; tot op de dag van vandaag had hij zich gemeten met anderen.
Hij zag in dat al zijn vrienden zoveel schoonheid en wijsheid in hun hart droegen, alleen kon hij die schoonheid niet omarmen. Hij zag ook in dat zijn drang naar beter zijn dan anderen, een illusie was, een strijd tegen zichzelf om de schaduwkant en de donkere nacht van zijn ziel niet te moeten aanschouwen.
Het voelde als een diepe oude kernpijn die nu om ruimte en liefde vroeg, zodat hij de schoonheid in zijn eigen hart opnieuw kon her-inneren en eren. Dan pas was hij in staat, besefte hij, om waarlijk en waarachtig verbindend contact te maken met iedereen die hij nog zou ontmoeten.
Eenmaal thuisgekomen deelde hij zijn ervaringen met zijn ouders, zocht hij met onzekere stappen enkele vrienden op. Zijn vrienden luisterden met aandacht en voelden dat zijn woorden gedragen werden door zijn hart. Het duurde nog wel een tijdje voor hij zich kwetsbaar durfde open te stellen, maar met de liefdevolle steun van zijn ouders, zijn vrienden en iedereen die hem lief was, was het pad geëffend.
Hoe het verder verliep? De oude wijze man leerde hem nog meer te ontdekken, over de kracht van de elementen in hemzelf en hoe we dit weerspiegeld zien in de natuur, over het goddelijke in ieder mens, over helende klanken en frequenties….
Zonder modder, geen lotus.
©Mieke