We zijn niet onze verhaallijnen. We zijn niet onze gedachten.
Wie we zijn is het bewustzijn dat onze verhaallijnen en reactieve gedachten getuigt en observeert. Eckhart Tolle schreef: “Jij bent dat bewustzijn vermomd als persoon.”
Onze pijn en ons lijden kunnen ons wantrouwend maken in de omgang met anderen, altijd waakzaam en anticiperend op het ergste. Het ultieme geschenk van pijn is echter dat we onze onderliggende onvervulde behoeften en ons vermogen tot mededogen en menselijke vriendelijkheid ontdekken.
De moeder die als kind werd misbruikt, die de angst en pijn herkende waarmee ze als kind werd geconfronteerd, weigerde het haar zoon of dochter aan te doen. De man die door zijn ouders niet werd gezien voor wie hij was, die de pijn kende van niet erkend te worden voor wie hij is, in staat is om met empathie en liefdevolle vriendelijkheid om te gaan met anderen die worden gediscrimineerd vanwege huidskleur, ras, geslacht, geloofsovertuiging of seksuele geaardheid.
Het maakt niet uit of we man of vrouw, jong of oud zijn. Onze huidskleur doet er niet toe, evenmin als onze culturele achtergrond, seksuele geaardheid of onze religieuze overtuigingen.
We worden allemaal geboren en we zullen allemaal ooit sterven.
We voelen allemaal schuld en schaamte, ook al roep je het tegendeel uit.
We ervaren allemaal angst, angst, woede, verdriet en eenzaamheid, al ontken je het in alle talen.
We hunkeren allemaal naar liefdevolle, vertrouwen in gehechtheid met anderen en toch lukt het je niet om zelf het voorbeeld te geven.
Zoals Toni Morrison heeft geschreven: We behoren allemaal tot één menselijk ras.
We behoren allemaal tot de ene Menselijke Familie.
We zijn allemaal gelijk in onze ervaring van lijden.
We hebben allemaal het vermogen om mededogen en menselijke vriendelijkheid uit te drukken. En eenvoudiger gezegd, we hebben allemaal het vermogen om elkaar een glimlach en een knuffel te geven.
Heel eenvoudig lijkt het wel…