Geplaatst op Geef een reactie

Helderziendheid bij Rudolf Steiner: een Weg naar Geestelijke Ontwikkeling

Rudolf Steiner zag helderziendheid niet als een zeldzaam voorrecht

of als een paranormaal trucje, maar als een wezenlijk menselijk vermogen dat bewust ontwikkeld kan worden. Iedereen draagt het vermogen tot helderziendheid in zich.

Volgens Steiner leeft in ieder mens een hogere mens, een kiem van geestelijk potentieel. Door bewuste scholing kan deze kiem uitgroeien tot helderziende vermogens. Het vergt echter discipline, zelfkennis en een bereidheid tot innerlijke transformatie.

Deze visie sluit aan bij zijn bredere opvatting dat de mens een spiritueel wezen is, in staat tot een vrije ontwikkeling van zijn bewustzijn.

Vanuit zijn antroposofische filosofie beschrijft hij twee vormen van helderziendheid:

Deze vorm ontstaat onbewust, bijvoorbeeld bij trance, slaapwandelen of bepaalde psychische toestanden. Mensen in zo’n staat kunnen beelden waarnemen uit andere werelden — soms profetisch, soms medisch inzichtelijk. Toch waarschuwt Steiner dat deze vorm eerder een afwijking van het normale bewustzijn is dan een pad naar spirituele kennis.

Hij schrijft:

“Sommigen die alleen de lagere vorm van helderziendheid kennen, die bijvoorbeeld voorkomt als slaapwandelen, beschouwen het als een ziekte. […] Ze kunnen profetisch van aard zijn. […] Maar wat er door zo’n lagere vorm wordt bereikt, is niet het onderwerp van onze beschouwing…”

De geoefende helderziende is geen passieve ontvanger van beelden, maar een innerlijk getrainde onderzoeker van de spirituele wereld. Steiner legt uit dat deze vorm ontstaat via geestelijke scholing( zoals beschreven in ‘De weg tot inzicht in hogere werelden’), meditatie, morele ontwikkeling en concentratie.

De creatie van nieuwe geestelijke organen die waarneming van hogere werelden mogelijk maken.

Als hij het heeft over ‘geestelijke organen’, bedoelt Steiner “organen voor helderziendheid” geen fysieke organen zoals ogen of hersenen, maar innerlijke, geestelijke vermogens die zich ontwikkelen door spirituele scholing. Dat vraagt om enige toelichting.

Zoals we kunnen lezen in zijn voordrachten en werken, zag Steiner de mens als een wezen met meerdere lagen: fysiek, etherisch, astraal en geestelijk.

Elk van deze lagen heeft zijn eigen vorm van waarneming. De geestelijke organen zijn vermogens die zich in de ziel ontwikkelen en die het mogelijk maken om de niet-zintuiglijke werelden waar te nemen — zoals de etherische, astrale en causale rijken.

Steiner gebruikte het woord “organen” niet symbolisch, maar als werkelijke instrumenten van waarneming in de geestelijke wereld.

Net zoals het oog licht waarneemt, kan een ontwikkeld geestelijk orgaan bijvoorbeeld levensstromen, karma of etherische structuren waarnemen.

In ‘ De weg tot inzicht in hogere werelden’ beschrijft Steiner een pad van innerlijke scholing, dat bijdraagt tot morele zuivering, het cultiveren van concentratie, geduld, moed, doorzettingsvermogen, innerlijke rust, de intentie om het ware en het goede te ontdekken.

Door deze oefeningen transformeert de ziel en ontstaan er nieuwe vermogens — geestelijke organen — waarmee men helderziend kan worden, in de ware betekenis van het woord.

Voorbeelden van zulke organen:

– Het vermogen om etherisch leven te zien (zoals groeikrachten in planten)

– Het vermogen om astrale impulsen te voelen (zoals emoties en begeerten van anderen)

– Het vermogen om karmische verbanden te doorzien

Deze nieuwe geestelijke organen maken het mogelijk om een anders verborgen wereld waar te nemen.

Steiner benadrukt dat deze vorm van helderziendheid niet voortkomt uit fantasie of speculatie, maar uit een verdiepte werkelijkheidservaring, net zo echt als de fysieke wereld na een blindenoperatie voor het eerst zichtbaar wordt.

Hij benadrukt dat deze vorm van helderziendheid een transformatie van de ziel vereist en geen louter intellectuele inspanning. Het is een pad naar verhoogd bewustzijn, waarbij de mens leert waarnemen buiten zijn zintuigen en denken om.

https://steinerinessentie.nl/helderziendheid

Meer over deze visie is te vinden in de lezing van 21 november 1910 in Leipzig, GA 125.

https://rsarchive.org/…/English/SOL2024/19101121p01.html

Rudolf Steiner baseerde veel van zijn antropsofische inzichten op directe waarnemingen in de geestelijke wereld.

Steiner beschreef in zijn werk ‘De wetenschap van de geheimen der ziel’ en ‘De Akasha Kroniek’ gedetailleerde fasen van de kosmische ontwikkeling — zoals het Oude Saturnus-, Zon- en Maanstadium — die volgens hem alleen via geestelijk onderzoek toegankelijk zijn. Hij gaf ook beschrijvingen van geesteswezens zoals de Elohim, Archai en Serafijnen, die volgens hem actief zijn in de evolutie van mens en aarde.

Steiner gaf talloze voordrachten waarin hij sprak over de vorige levens van historische figuren, zoals Aristoteles en Alexander de Grote, en hun herbelichaming in latere tijden. Hij verwierf deze inzichten via helderziende waarneming van karmische verbanden.

Volgens Steiner vond de incarnatie van Christus plaats in het etherische lichaam van Jezus van Nazareth. Hij beschreef dit als een kosmisch-geestelijk feit dat hij kon waarnemen in de geestelijke wereld. Zijn visie op Christus als zonnegod en geestelijk wezen wijkt sterk af van traditionele theologie en is gebaseerd op zijn eigen waarnemingen.

In voordrachten zoals die van 1 maart 1913 in Karlsruhe, legt Steiner uit hoe hij door concentratie en innerlijke discipline in een toestand kwam waarin hij niet meer via zintuigen of verstand waarnam, maar via hogere zielsvermogens. Hij beschrijft hoe hij dan beelden en inzichten ontving die niet uit de fysieke wereld kwamen.

In zijn lezing van 21 november 1910 in Leipzig, zegt Steiner expliciet:

“Voor de geoefende helderziende wordt de overigens verborgen wereld net zo reëel als de uiterlijke.”

Steiner beschouwde zichzelf als een wetenschappelijk onderzoeker van de geestelijke wereld. Hij ontwikkelde methoden van geestelijke scholing die hij zelf toepaste, en gebruikte die als basis voor vele voordrachten en boeken.

Hij gaf heel regelmatig lezingen waarin hij de reïncarnatie en karma van individuen beschreef. Een beroemd voorbeeld is zijn uitspraak dat Aristoteles en Alexander de Grote opnieuw geïncarneerd zouden zijn als Thomas van Aquino en zijn leermeester. Hij kwam tot zulke inzichten door wat hij noemde een helderziende blik op karmische stromingen. Er is heel veel luister-en leesmateriaal hieromtrent, zo ook wat zijn persoonlijke relaties betrof, en eveneens het karma van de antroposofie!

In lezingen in Dornach (bijv. GA 238) sprak hij ook over het karma van toehoorders in de zaal en hoe hun levens verbonden waren met grote spirituele stromingen. Deze waarnemingen konden niet uit historische documenten komen — ze zijn verkregen via innerlijke waarneming buiten tijd en ruimte.

Steiners visie op Christus als een zonnegod die zich in Jezus belichaamde, wijkt af van traditionele theologie. In talrijke voordrachten beweerde hij dat hij via spirituele waarneming kon zien dat Christus in het etherische lichaam van Jezus werkte — iets wat alleen via hogere zielsvermogens toegankelijk is.

Hij beschrijft het Mysterie van Golgotha als een kosmisch keerpunt, dat zich niet alleen in de fysieke wereld afspeelde, maar in hogere geestelijke rijken werd gevolgd. In voordrachten over de ‘Filosofie van Vrijheid’ en GA 114–GA 130 beschrijft hij deze gebeurtenissen alsof hij ze met eigen geestelijke ogen heeft gezien.

Zijn helder Zien van ether-, astraal- en causale lichamen;

In zijn voordracht van 21 november 1910 in Leipzig, zegt Steiner:

“Voor de geoefende helderziende wordt de overigens verborgen wereld net zo reëel als de uiterlijke. Net zoals na een blindenoperatie, stroomt er voor de helderziende een hele wereld open, wat zijn ervaring is.”

Hij benadrukt dat via juiste scholing (zoals beschreven in De weg tot inzicht in hogere werelden), een mens nieuwe geestelijke organen kan ontwikkelen. Met deze organen zag Steiner bijvoorbeeld de etherische structuren van planten, de astraallichamen van dieren, en zelfs de zielengeografie van culturen en volkeren.

*** Archiefmateriaal en bronnen

Deze inzichten zijn terug te vinden in talrijke voordrachten, onder andere:

GA 125 – Leipzig, 21 november 1910

De Akasha Kroniek (GA 11)

Reïncarnatie en Karma (GA 135)

Het Christusmysterie (GA 131)

Rudolf Steiner sprak ook over visioenen als innerlijke beelden die kunnen ontstaan tijdens spirituele scholing, maar hij maakte een belangrijk onderscheid tussen verschillende soorten visioenen op drie niveaus:

Ontstaan vaak in trance, slaapwandelen of droomtoestanden.

Kunnen profetisch lijken of medische inzichten bevatten.

Steiner noemt ze onbetrouwbaar, omdat ze niet bewust gestuurd worden.

Ze zijn geen bewijs van echte geestelijke ontwikkeling.

“Er zijn omstandigheden waarin het zieleleven van een mens gevuld is met beelden uit andere werelden. […] Ze kunnen profetisch van aard zijn. […] Maar wat er door zo’n lagere vorm wordt bereikt, is niet het onderwerp van onze beschouwing…”

Ontstaan door concentratie en meditatie op symbolen, zoals het Rozenkruis.

Zijn geen willekeurige fantasieën, maar innerlijke ervaringen die de ziel transformeren.

Steiner noemt deze beelden “spirituele bliksem” — ze flitsen door de ziel en kunnen leiden tot hogere waarneming.

“In eerste instantie weet de leerling niet of hij een luchtspiegeling of een realiteit voor zich heeft. […] Het hangt af van de ontwikkeling van verdere vaardigheden…”

3. Visioenen als poort naar hogere werelden (geoefende helderziendheid)

Ontstaan pas wanneer de ziel nieuwe geestelijke organen heeft ontwikkeld.

Dan worden visioenen objectieve waarnemingen van de geestelijke wereld.

De helderziende weet dat het beeld niet door hemzelf is gemaakt, maar dat het zich via zijn innerlijke organen aan hem uitdrukt.

Steiner waarschuwt dat visioenen pas betrouwbaar zijn als ze voortkomen uit bewuste scholing en morele zuivering. Anders kunnen ze misleidend zijn of zelfs schadelijk voor de ziel.

https://rsarchive.org/…/English/SOL2024/19101121p01.html

Dit was een bescheiden poging om een nogal wijdverbreid onderwerp onder de aandacht te brengen. Het gaat in essentie over hoe we helderziendheid interpreteren, wat daarin opgewekt wordt door mensen ( verwachtingen, onjuiste verwachtingen….) ik weet dat de meningen en visies verdeeld zijn, omdat dit toch iets innerlijk aanraakt. In ‘Mijn levensweg’ ( autobiografie van Steiner, opgetekend door zijn vrouw) ontmoet je een man die als kind helderziende gaven had, maar door zijn levensloop een ontwikkelingsweg aflegde die bijgedragen heeft tot zijn geestelijk zuiver schouwen. Pas rond zijn 40ste trad hij naar buiten. Meer dan 1000 voordrachten wereldwijd, tot zijn wereldtaak op aards vlak volbracht was. Een ware Dienaar, wat oproept tot nederigheid langs mijn kant.

Genegen groet,

Mieke

Geplaatst op Geef een reactie

Wat is de ziel?

We hebben het heel vaak in gesprekken over ‘de ziel’. Toen ik eerder naar video’s van Mieke Mosmuller luisterde, hoe Steiner de ziel omschrijft, ben ik daar toch wel stil blijven bij staan. In spiritualiteit worden wel eens woorden gebruikt, door gewoontevorming onder meer, waar niet dieper op ingegaan wordt, het blijft zo allemaal zweven in de ether, onduidelijk, en toch met het grootste gemak uitgesproken of geschreven. Dat lijkt toch wel op de duur heel oppervlakkig, zonder betekenis of uitnodiging om daar dieper op in te gaan.

Steiner zag de ziel als een brug tussen lichaam en geest, een ervaringsgebied waarin denken, voelen en willen samenkomen. Maar zonder verbinding met de geestelijke kern — het eeuwige, scheppende deel van de mens — blijft de ziel reactief, gevoelig voor indrukken, maar niet werkelijk transformerend.

New Age-denken richt zich vaak op het emotionele en mentale niveau van de ziel, maar mist de innerlijke scholing die nodig is om de geest wakker te maken. Daardoor ontstaat een spirituele cultuur die wel inspireert, maar zelden verinnerlijkt — een zoektocht naar licht zonder de weg door de duisternis van het eigen karma en morele ontwikkeling.

Steiner pleitte voor een innerlijke weg waarin de ziel zich opent voor het Geestzelf, Levensgeest en Geestmens — een proces van transformatie dat niet alleen troost biedt, maar ook innerlijke vrijheid en morele kracht schenkt.

Volgens Rudolf Steiner is geestelijke rijping geen passief proces, maar een bewuste innerlijke scholingsweg die de mens stap voor stap dichter bij zijn geestelijke oorsprong brengt. Hier zijn enkele kernpunten die hij beschrijft als noodzakelijk voor die rijping:

Steiner benadrukt dat geestelijke ontwikkeling begint met concentratie, meditatie en morele zuivering. In zijn boek ‘Hoe verkrijgt men bewustzijn op hogere gebieden’ beschrijft hij oefeningen om het denken, voelen en willen te verfijnen.

De bewustzijnsziel is het hoogste deel van de ziel, waarin het hogere Ik zich begint te manifesteren. Pas wanneer deze ziel actief wordt, kan de geest zich werkelijk ontwikkelen.

Steiner beschouwt de komst van Christus als een kosmische gebeurtenis die het mogelijk maakt dat de mens zijn geest opnieuw kan verbinden met de hogere werelden.

Geestelijke ontwikkeling is geen makkelijk pad. Het ego wil vaak iets bereiken: verlichting, kennis, rust — maar deze wil is vaak gericht op het verkrijgen van iets voor zichzelf. Steiner vertelt/schrijft dat ware geestelijke rijping niet voortkomt uit het willen van het ego, maar uit een volledige innerlijke betrokkenheid bij het proces van transformatie.

Het is een weg van innerlijke arbeid, van morele zuivering, van het leren luisteren naar het hogere Ik. De ziel moet zich openen voor de geest, niet om iets te verkrijgen, maar om te worden — een mens die leeft vanuit vrijheid, liefde en intuïtief inzicht.

Ook al verlangen velen waarover hij schrijft, zonder volharding, zonder actieve inspanningen, zonder kennis te laten inwerken/doorwerken, zuchten menigeen: ‘ ik heb daar eigenlijk geen zin in, het duurt me te lang, ik zie geen resultaat, die weg is veel te lastig, te moeilijk en als verdere drogredenen: dat is veel te mentaal, veel te veel denkwerk…’ Ja, willen we dat ‘iets’ begrijpen, dan vraagt dat echt inspanningen. Het is een bewuste keuze op die weg te volgen, en wat daar dan zo verrassend in is, althans dat is mijn beleving, is dat ik nieuwe dingen ontdek met verwondering, het daagt me uit op een positieve manier stil te staan en toch de innerlijke beweging te ervaren/te voelen, landen in de aarde en verbonden met de Kosmos. Ik kan ook begrijpen dat die weg niet zo aantrekkelijk is voor zoekenden naar spirituele groei en bevestiging, ontevreden met zichzelf en schreeuwend dat ze al zoveel hebben ‘gedaan’, en steeds in hetzelfde cirkeltje draaien.

Soms, heel soms, als ik de naam Steiner uitspreek, komt daar nogal snel ‘ neen, daar begin ik niet aan tot ik snap daar geen jota van’. Echter, is Steiner heel goed te lezen, als je bereid bent om één pagina met je hart te lezen, en de inhoud ervan in je op te nemen en te laten inwerken/uitrijpen. Met dat geduld ontdek je op een moment ‘ aha’, de inhoud legt een weg af in het denken, het voelen en het handelen.

Soms volstaat dat. Soms is het genoeg; je voelt vanzelf als je klaar bent voor een volgende pagina of inzicht. Het risico om teveel inhoud op te nemen, lijkt me onwaarschijnlijk, je kunt niet lijden aan informatieve obesitas…want je voelt écht: het is voor nu genoeg, met genoegen.

Het is dus geen pad van comfort, maar van innerlijke waarheid. En juist daarin ligt de kracht: niet in wat het ego wil, maar in wat de geest ontvouwt wanneer de ziel zich volledig verbindt.

Rudolf Steiner spreekt op meerdere plekken over het idee dat de mens voortdurend in wording is — niet als een vaststaand wezen, maar als een proces van innerlijke ontwikkeling. Hoewel hij het niet altijd letterlijk zo formuleert, is de gedachte diep verweven in zijn werk.

Hier is een citaat dat die essentie prachtig raakt:

En in ‘De weg tot inzicht in hogere werelden’ schrijft hij:

Deze uitspraken tonen dat Steiner de mens ziet als een scheppend, transformerend wezen — waarbij geestelijke rijping ontstaat door bewuste innerlijke arbeid, niet door passieve overgave.

Genegen groet

Mieke 🌹💚

Geplaatst op Geef een reactie

Leeuwenpoort 8-8

De term ‘Leeuwenpoort’ vinden we in de moderne esoterie als een kosmisch venster tussen 26 juli en 12 augustus, met een piek op 8 augustus, wanneer de zon in Leeuw staat en Sirius in lijn komt met de aarde. In de numerologie heeft 8-8 een krachtige symboliek — het is een dubbele 8, wat de energie van het getal acht verdubbelt en versterkt. 8 staat voor innerlijke kracht, wilskracht, innerlijk leiderschap, visionaire impulsen kunnen dieper inwerken, verbinding tussen het aardse en het hogere.

Rudolf Steiner heeft niet letterlijk over de Leeuwenpoort geschreven, zoals we die in spirituele en astrologische kringen vieren, er is geen directe verwijzing naar het 8-8 portaal of Sirius-uitlijningen.

Steiners werk resoneert wel met onderliggende thema’s van de Leeuwenpoort; hij verbindt het hart met het hogere ik en morele intuïtie. Hoewel hij Sirius niet expliciet benoemt, spreekt hij wel over sterren als dragers van wezens en hogere impulsen. In zijn beschrijvingen van de dierenriem en de etherische krachten, wordt Leeuw geassocieerd met wilskracht, moed en creativiteit, precies wat de Leeuwenpoort activeert.

In zijn voordrachten over de Zodiak en de menselijke ziel en in GA 11 ‘Aus der Akasha-Chronik’ https://rsarchive.org/…/English/TPS1911/GA011_c01.html spreekt Steiner over de evolutie van bewustzijn, de rol van sterrenbeelden, en de innerlijke transformatie van de mens — thema’s die prachtig aansluiten bij wat de Leeuwenpoort symbolisch vertegenwoordigt.

Wanneer het zonlicht in Leeuw haar hoogste kracht bereikt, opent zich een poort in de kosmos — een energetisch venster waarin hart en ziel herinnerd worden aan hun oorsprong. In de dans tussen Sirius en de Zon, resoneert een klank die ons herinnert aan de sterren waarin we ooit gewiegd zijn.

In deze tijd spreekt het universum tot ons in vurige fluisteringen:

Kortom: Rudolf Steiner leerde ons in zijn ontelbare voordrachten dat het hart niet slechts een pomp is, maar een heilige ruimte waarin het hogere Ik zich uitdrukt — een tempel waarin de mens luistert naar het fluisteren van de geestelijke wereld. Het teken Leeuw is hierin een poortwachter: moed, zelfexpressie, creativiteit en innerlijke leiding zijn de sleutels tot transformatie.

In GA 11 ‘Aus der Akasha-Chronik’ spreekt Steiner over sterren als bewustzijnsdragers en over de evolutie van de mens in relatie tot kosmische krachten.

Sirius wordt niet letterlijk genoemd, maar zijn visie op kosmische intelligentie en de rol van sterren past bij de moderne interpretatie van Sirius als “spirituele zon”.

Steiner benadrukt dat de mens zich ontwikkelt door innerlijke transformatie, waarbij oude zielelagen worden losgelaten — precies wat de Leeuwenpoort faciliteert.

Zijn beschrijvingen van de Atlantische en Lemurische tijdperken in GA 11 gaan over het ontwaken van moreel bewustzijn en het ontstaan van het hogere zelf. (zie archieven) Hoewel de term ‘Leeuwenpoort’ niet voorkomt in zijn werken , kun je via deze thema’s een spirituele brug slaan tussen de antroposofie en de moderne kosmische energieën van augustus.

De Leeuwenpoort is geen tovermiddel, maar een kosmisch ritme dat ons uitnodigt om onszelf opnieuw te ontmoeten. Het is een periode waarin de zonnekracht, het hartbewustzijn en de Sirius-impuls samenkomen — een moment waarin de sluiers tussen het uiterlijke en innerlijke dunner worden.

Begin met stilte. Niet om iets te bereiken, maar om te luisteren.

Laat het idee los dat je iets ‘moet’ manifesteren — en stem je af op wat door jou heen wil leven.

In de antroposofie is het hart het centrum van het hogere Ik.

Leg je handen op je hart en adem diep. Vraag jezelf: ‘Wat wil mijn ziel- de brug tussen lichaam en geest- werkelijk tot uitdrukking brengen?

De Leeuwenpoort activeert de wilskracht (Leeuw) — maar Steiner leert dat ware wil pas vruchtbaar wordt als ze doordrongen is van liefde.

Richt je wil niet op controle, maar op innerlijke afstemming: ‘Mijn wil wordt liefde, mijn liefde wordt kracht.’

Observeer de sterren, vooral Sirius bij zonsopgang. Niet als astrologisch feit, maar als innerlijke herinnering aan je oorsprong.

Voel hoe je deel bent van een groter ritme — een dans tussen aarde en hemel.

Zoek een plekje waar je in stilte en rust afstemt op je ademhaling, als er gedachten voorbijkomen houd de gedachten niet vast, zie je gedachten als wolkjes voorbijdrijven.

Je kunt vooraf een kaarsje aansteken als symbool van je innerlijk licht.

Visualiseer een gouden leeuw in je hart — krachtig, zacht en liefdevol.

Spreek zachtjes:

De Leeuwenpoort vraagt geen spektakel, maar innerlijke eerlijkheid. Het is een uitnodiging om je ziel te herinneren, je maskers af te leggen, en je ware licht te laten stralen — niet voor de wereld, maar voor het leven zelf.

Warme groet

Mieke 🌹💚

Interessante werken in dit gebied van Steiner zijn ‘De sterrenwereld en de mens’, https://steinervertalingen.nl/…/de-mens-als-tempel…/; ‘Kosmologie, Religie en Filosofie’ GA25 Inwijdingswetenschap en sterrenwijsheid’ ‘ Kosmogonie- De evolutie van mens en heelal’ GA94, GA 110

Geplaatst op Geef een reactie

Atlantisch en Lemurië belicht vanuit de antroposofie Rudolf Steiner

In menig spirituele kringen wordt het Lemurisch tijdperk vaak voorgesteld als een paradijselijke beschaving, een vredige samenleving van lichtwezens die leefden in harmonie met de aarde en elkaar. Kristallen, telepathie, liefdevolle energieën — het klinkt als een droom. Maar juist die droom dreigt het verhaal te reduceren tot een new age-sprookje, een etherische escapade waarin de diepgang van het oorspronkelijke esoterische gedachtegoed verloren gaat.

Wat ooit door Rudolf Steiner en theosofen als een kosmisch ontwikkelingsstadium werd beschreven — met complexe transformaties van bewustzijn, wilskracht en incarnatie — wordt nu vaak herleid tot een soort spirituele wellness-fantasie. De Lemuriërs worden afgebeeld als engelachtige wezens die ons via kristallen boodschappen sturen, zonder dat men zich afvraagt: Wat betekent dit werkelijk voor onze evolutie?

In Steiner’s Akasha-kronieken lezen we over een mensheid zonder geheugen, maar met een instinctieve wilskracht en een diepgaande verbinding met de natuurkrachten. Dat is geen lichtvoetig beeld — het is een beschrijving van een radicaal andere bewustzijnstoestand, waarin opvoeding, verbeelding en magie een centrale rol speelden. Het was een tijdperk van innerlijke strijd en vorming, niet van zweverige rust.

Door Lemurië te romantiseren, lopen we het risico om het kritische potentieel van esoterie te ondermijnen. Het wordt dan een decor voor spirituele projectie, in plaats van een spiegel voor onze eigen innerlijke ontwikkeling. De vraag zou moeten zijn: Wat kunnen we leren van het Lemurisch archetype? Niet: Hoe kunnen we erin wegdromen?

Lemurië verdient meer dan een etherische glimlach. Het vraagt om eerbied, studie en een bereidheid om de ongemakkelijke lagen van onze spirituele oorsprong te doorgronden.

Een fragment uit het boek van Rudolf Steiner

Het volgende bevat een fragment uit de Akasha-kronieken dat verwijst naar een zeer ver verwijderd prehistorisch tijdperk in de ontwikkeling van de mensheid. Dit tijdperk gaat vooraf aan dat wat in de voorgaande hoofdstukken is geschetst. Het onderwerp is het derde menselijke wortelras, waarvan in theosofische boeken wordt gezegd dat het op het Lemurische continent verbleef. Dit continent lag – volgens deze boeken – in het zuiden van Azië, maar strekte zich ruwweg uit van Ceylon tot Madagaskar. Ook het huidige Zuid-Azië en delen van Afrika behoorden ertoe. Hoewel bij het lezen van de Akasha-kronieken alle mogelijke voorzorgsmaatregelen in acht zijn genomen, moet toch worden benadrukt dat er in geen geval aan deze mededelingen een dogmatisch karakter mag worden toegeschreven. Alleen al het lezen over dingen en gebeurtenissen die zo ver van het heden verwijderd zijn, is zeker niet gemakkelijk, maar een vertaling van wat gezien en ontcijferd is naar de taal van onze tijd brengt bijna onoverkomelijke obstakels met zich mee. Data worden later gegeven. Ze zullen beter begrepen worden wanneer we een overzicht hebben gegeven van het hele Lemurische tijdperk, en ook van datgene wat het vijfde Wortelras tot op heden omvat. De zaken die hier worden meegedeeld, zijn zelfs voor de occultist verrassend wanneer hij ze voor het eerst leest – hoewel het woord ‘verrassing’ hier niet helemaal op zijn plaats is. Daarom mag hij ze echter pas meedelen na een zeer zorgvuldig onderzoek.

Het vierde (Atlantische) Wortelras werd voorafgegaan door het zogenaamde Lemurische . In de loop van zijn ontwikkeling ondergingen de aarde en de mensheid transformaties van de grootste betekenis. Niettemin zal er na deze transformaties eerst iets gezegd worden over het karakter van dit Wortelras, waarvan later een beschrijving volgt. Dit Wortelras als geheel had nog geen geheugen ontwikkeld. De mens was weliswaar in staat zich voorstellingen te maken van dingen en gebeurtenissen; maar deze voorstellingen bleven niet in het geheugen hangen, en daardoor bezat de mens geen taal in de ware zin van het woord. Wat hij in dit verband wel kon produceren, waren veeleer natuurlijke geluiden die zijn gevoelens van plezier, vreugde, pijn, enzovoort, uitdrukten, maar die geen externe dingen aanduidden. Zijn mentale voorstellingen hadden echter een heel andere kracht dan die van latere mensen. Door middel van deze kracht beïnvloedden ze hun omgeving. Andere mensen, dieren, planten en zelfs levenloze voorwerpen konden deze handeling voelen en werden beïnvloed door louter mentale beelden. Zo kon de Lemuriër met zijn medemensen communiceren zonder dat hij hoefde te spreken. Deze omgang bestond uit een soort ‘gedachtelezen’. De kracht van zijn concepten ontleende de Lemuriër rechtstreeks aan de dingen om hem heen. Het stroomde in hem voort uit de groeikracht van planten, uit de levensenergie van dieren. Zo begreep hij planten en dieren in hun innerlijke werking en leven. Sterker nog, hij begreep zo zelfs de fysische en chemische krachten van levenloze dingen. Bij het bouwen hoefde hij niet eerst het draagvermogen van een romp of het gewicht van een steenblok te berekenen: hij kon zien hoeveel de romp kon dragen, hoe het blok zich door zijn gewicht zou zetten. De Lemuriër bouwde op deze manier zonder enige technische kunst, maar met de zekerheid van een soort instinct dat zich als verbeelding uitte. En daarbij had hij zijn lichaam onder grote controle. Indien nodig kon hij zijn arm staal maken door louter een wilsinspanning. Daardoor kon hij bijvoorbeeld enorme lasten tillen. Net zoals de Atlantiër over de levensenergie beschikte, zo was de Lemuriër meester over zijn wil. Hij was – begrijp die uitdrukking niet verkeerd – een geboren magiër op alle vlakken van de lagere menselijke activiteiten.

Het hoofddoel van de Lemuriërs was ook het ontwikkelen van de wil en het vermogen tot conceptie. Dit was de leidende drijfveer in de opvoeding van kinderen. Jongens werden op de meest energieke manier gehard. Ze moesten leren gevaren onder ogen te zien, pijn te overwinnen en gewaagde daden te verrichten. Degenen die geen martelingen of gevaren konden verdragen, werden niet als nuttige leden van de samenleving beschouwd, maar mochten in hun ontberingen omkomen. Wat de Âkâshische kronieken laten zien met betrekking tot deze methode van opvoeding van kinderen, overtreft alles wat de hedendaagse mens zich in zijn wildste fantasie kan voorstellen. Het verdragen van hitte tot aan het verschroeiende punt en het doorboren van het lichaam met scherpe punten waren heel gewone gebeurtenissen. De opvoeding van meisjes was anders. Het is waar dat verharding ook hun lot was, maar het hoofddoel lag hier in de ontwikkeling van een krachtige verbeelding. Meisjes werden bijvoorbeeld blootgesteld aan een storm om de verschrikkelijke schoonheid ervan met kalmte te kunnen voelen; Ze moesten onbevreesd getuige zijn van gevechten tussen mannen, en voelden slechts bewondering voor de vertoning van kracht en dapperheid. Een aanleg tot dromen, tot zwelgen in fantasieën, werd op deze manier bij meisjes aangekweekt; maar deze aanleg werd uitzonderlijk gewaardeerd, en bij gebrek aan geheugen was er geen kans op degeneratie. Deze dromerige of fantasierijke concepten bleven slechts bestaan zolang er een externe aanleiding voor was. Tot zover waren ze dus goed toegerust voor externe zaken. Ze verloren zich niet in het peilloze. Het was het fantasierijke en visionaire in de Natuur zelf dat diep in de ziel van de vrouw doordrong.

Tot het einde van hun tijdperk hadden de Lemuriërs geen woningen in onze betekenis van het woord. Ze leefden in natuurlijke schuilplaatsen; bijvoorbeeld in grotten die ze naar eigen inzicht aanpasten. Later bouwden ze dergelijke grotten in de aarde; en vervolgens ontwikkelden ze grote vaardigheid in dergelijke bouwwerken. Maar men moet niet denken dat ze geen kunstmatige gebouwen oprichtten, hoewel deze niet als woning dienden. Ze ontstonden in de beginperiode uit de behoefte om de dingen van de natuur een door de mens gevormde vorm te geven. Heuvels werden opnieuw gevormd zodat de mens er plezier en voldoening in kon vinden. Om dezelfde reden werden stenen samengevoegd, en dit gebeurde eveneens met het doel ze een nuttig doel te laten dienen. De plaatsen waar kinderen werden gehard, werden omgeven door dit soort muren. Maar tegen het einde van dit tijdperk werden de bouwwerken gewijd aan de verering van “goddelijke Wijsheid en goddelijke Kunst” steeds grootser en ingenieuzer. Deze gebouwen verschilden in alle opzichten van wat later als tempels diende, want ze waren ook plaatsen van instructie en wetenschappelijke studie. Wie geschikt werd bevonden, mocht ingewijd worden in de wetenschap van de universele wetten en de toepassing ervan. Terwijl de Lemuriër een geboren magiër was, werd dit talent voor kunst en inzicht hier gecultiveerd. Alleen zij die door elk proces van verharding in de hoogste mate onoverwinnelijk waren geworden, konden worden toegelaten. Wat zich in deze instellingen afspeelde, bleef voor iedereen, op een enkeling na, het diepste geheim. Hier werd de kennis en beheersing van natuurkrachten geleerd door directe waarneming, maar deze kennis was een soort transformatie van de natuurkrachten in de wilskracht van de mens. Daardoor kon hij zelf bereiken wat de natuur bereikt. Wat de mensheid later bereikte door middel van reflectie of combinatie, was toen een soort instinctieve activiteit. Natuurlijk mag het woord “instinct” in dit verband niet worden gebruikt in de zin waarin het gewoonlijk wordt toegepast op de dierenwereld, want de prestaties van de Lemuriërs staan onmetelijk hoger dan alles wat de dierenwereld instinctief kan voortbrengen. Ze overtroffen verre alles wat de mensheid, door middel van geheugen, intellect en verbeelding, sindsdien heeft verworven in kunsten en wetenschappen. Om dit duidelijker te maken, zou men deze leerplaatsen “Hogescholen van de wilskracht en het helderziende vermogen om begrippen te vormen” kunnen noemen. Uit hen kwamen zulke mannen voort die in alle opzichten heersers over de anderen werden. Het is vandaag de dag moeilijk om al deze omstandigheden in woorden te vatten, want alles op aarde heeft sindsdien een verandering ondergaan. De natuur zelf en al het menselijk leven waren toen anders; en bijgevolg waren de menselijke arbeid en de verhouding van mens tot mens heel anders dan wat nu gebruikelijk is.

De atmosfeer was nog veel dichter dan later tijdens het Atlantische tijdperk; en water was veel vloeibaarder. Ook dat wat nu onze vaste aardkorst vormt, was nog niet in dezelfde mate verhard als later. De planten- en dierenwereld waren slechts gevorderd tot het stadium van amfibische dieren, vogels en lagere zoogdieren, en van groeivormen die analoog zijn aan onze palmen en soortgelijke bomen. Maar alle vormen verschilden van die van nu. Wat nu klein van formaat is, ontwikkelde zich toen tot gigantische proporties. Onze kleine varens waren toen bomen die machtige bossen vormden. De hogere zoogdieren van vandaag bestonden toen nog niet. Aan de andere kant bevond een groot deel van de mensheid zich in zo’n laag ontwikkelingsstadium dat ze volledig als dierlijk moet worden beschreven. In feite is de voorgaande beschrijving van mensen slechts van toepassing op een klein aantal. De rest leefde op dierlijk niveau. Deze diermensen waren in hun uiterlijke vorm en in hun levenswijze volkomen anders dan dat kleine aantal. Ze verschilden nauwelijks van de lagere zoogdieren, op wie ze ook qua vorm leken.

Er moeten ook enkele woorden worden toegevoegd over de betekenis van de eerder genoemde gebedshuizen. Het was niet bepaald religie die daar werd bevorderd. Het was “goddelijke Wijsheid en Kunst”. De mens voelde wat hem daar werd gegeven als een directe gave van de geestelijke wereldmachten, en wanneer hij in deze gave deelde, beschouwde hij zichzelf als een “dienaar” van deze universele machten. Hij voelde zich “gewijd” in tegenstelling tot alles wat onheilig was. Als men in dit stadium van de mensheid over religie zou spreken, zou men het “religie van de wil” kunnen noemen. Religieus gevoel en toewijding lagen hierin besloten: dat een mens de krachten die hem als een diep en goddelijk “geheim” waren toevertrouwd, bewaarde en een leven leidde dat zijn macht heiligde. Zeer groot was het ontzag en de eerbied waarmee mensen die over dergelijke krachten beschikten door anderen werden beschouwd; dit werd noch door wetten noch op enige andere manier opgelegd, maar was het resultaat van de directe macht die door zulke mensen werd uitgeoefend. Wie niet ingewijd was, bevond zich vanzelfsprekend onder de magische invloed van de ingewijden, en deze beschouwden zichzelf vanzelfsprekend als gewijde personen. Want in hun tempels waren ze in ware zin deelgenoot van de werking van de natuurkrachten. Ze staarden in het scheppende laboratorium van de natuur. Wat ze ervoeren was omgang met de wezens die werken aan de opbouw van de wereld zelf. Dit kan een omgang met de goden worden genoemd, en wat zich later ontwikkelde als “initiatie” of “mysteriën” kwam voort uit deze oorspronkelijke omgang tussen mensen en de goden. In latere tijden moest deze omgang een transformatie ondergaan, omdat de menselijke conceptie, de menselijke geest, andere vormen aannam.

Bijzondere waarde wordt toegekend aan één punt dat verband houdt met de voortgang van de Lemurische ontwikkeling, als gevolg van de levenswijze die de vrouwen nastreefden. Zij ontwikkelden door deze levenswijze bijzondere menselijke vermogens. De eenheid van hun verbeeldingskracht met de natuur werd de basis voor een hogere ontwikkeling van het verbeeldingsleven. Door hun zintuigen trokken zij de krachten van de natuur in zich op en lieten deze op hun ziel inwerken. Zo werden de kiemen van het geheugen gevormd. En met het geheugen kwam het vermogen om de eerste en allereenvoudigste morele concepten te vormen ter wereld. De ontwikkeling van de wil in het mannelijke element bracht aanvankelijk geen ontwikkeling van het verstand met zich mee. De man volgde instinctief natuurlijke impulsen of invloeden die van de ingewijden uitgingen. De vrouw bracht de eerste concepten van “goed en kwaad” voort. Hier begonnen ze enerzijds datgene lief te hebben wat een bijzondere indruk op hun verbeeldingsleven maakte, en anderzijds het tegenovergestelde ervan te haten. Terwijl de heerschappij van het mannelijke element meer gericht was op de externe werking van de wilskracht, op het beheersen van natuurlijke krachten, ontstond in het vrouwelijke element tegelijkertijd een impuls via de gevoelens, via de innerlijke, persoonlijke menselijke krachten. Alleen wie beseft dat de eerste stappen voorwaarts op het gebied van de verbeelding door vrouwen werden gezet, kan de ontwikkeling van de mensheid correct begrijpen. De ontwikkeling van gewoonten die afhankelijk waren van het meditatieve, verbeeldende leven, van de cultivering van het geheugen, die de kern vormde van een leven van orde, van een soort moreel leven, kwam van deze kant. Terwijl de man natuurlijke krachten waarnam en gebruikte, werd de vrouw de eerste vertolker hiervan. Het was een nieuwe en bijzondere levenswijze die hier ontstond: die van het Denken. Deze levenswijze had iets veel persoonlijkers dan die van mannen. Nu moeten we begrijpen dat deze vrouwelijke levenswijze zelf in feite een soort helderziendheid was, ook al verschilde ze van de magie van de wil van de man. De vrouw was in haar ziel gevoelig voor een ander soort spirituele kracht, namelijk die welke meer een beroep deed op het gevoel, en minder op het spirituele element waaraan de man onderworpen was. Zo ging er van mannen een invloed uit die van nature goddelijker was, van vrouwen een die psychisch goddelijker was.

De ontwikkeling die de vrouw tijdens het Lemurische tijdperk doormaakte, kwalificeerde haar voor een belangrijke rol op aarde in verband met het begin van het volgende Atlantische Wortelras. Dit werd ingeluid onder invloed van hoogontwikkelde entiteiten die bekend waren met de wetten van de vorming van rassen en die in staat waren de bestaande krachten van de menselijke natuur om te zetten in zulke banen die leidden tot de vorming van een nieuw ras. Later zal er speciaal naar deze entiteiten worden verwezen. Voor nu volstaat het te zeggen dat bovenmenselijke wijsheid en kracht in hen aanwezig waren. Ze scheidden een klein aantal Lemurische mannen af en benoemden hen tot de voorouders van het volgende Atlantische Ras. De gekozen plaats lag in de hete zone. De mannen van deze kleine clan bereikten, onder hun leiding, de beheersing van de natuurkrachten. Ze waren vol energie en wisten hoe ze allerlei schatten uit de natuur konden ontfutselen. Ze wisten hoe ze velden moesten bewerken en hoe ze hun vruchten moesten benutten. Door de training die ze hadden ondergaan (vergelijk het vorige hoofdstuk), waren ze mannen met een sterke wil geworden. Het was echter bij de vrouw dat de geest en de ziel werden ontwikkeld, want bij haar bleken geheugen en verbeelding, en alles wat daarmee samenhangt, al ontwikkeld.

De leiders waarnaar verwezen wordt, brachten de kleine kudde in kleine groepen onder, en aan vrouwen vertrouwden zij de ordening en organisatie van deze groepen toe. Vrouwen hadden, door middel van hun geheugen, het vermogen verworven om alle ervaringen die ze ooit hadden opgedaan, voor de toekomst te benutten. Dat wat gisteren waardevol was gebleken, werd door hen in het heden aangewend; en ze waren zich er duidelijk van bewust dat het morgen eveneens nuttig zou zijn. De organisatie van het gemeenschapsleven kwam aldus van vrouwen. Onder hun invloed ontwikkelden zich de begrippen ‘goed en kwaad’. Door hun reflectieve leven hadden ze inzicht in de natuur verworven. Uit hun observaties van de natuur groeiden de ideeën op basis waarvan ze de handelingen van mannen stuurden. De leiders ordenden de zaken zo dat de wilskracht en overvloedige energie van mannen werden veredeld en gezuiverd door de ‘ziel’ in de vrouw. Natuurlijk moet dit alles worden beschouwd als een elementair stadium. De woorden van onze talen suggereren maar al te gemakkelijk ideeën die zijn afgeleid van het hedendaagse leven.

Indirect, door het ontwaakte psychische leven van vrouwen, ontwikkelden de leiders dat van de mannen. In de bovengenoemde kolonie was de invloed van vrouwen dan ook zeer groot. Ze werden geraadpleegd wanneer men de tekenen van de natuur wilde interpreteren. Hun psychische leven was echter nog steeds zodanig dat het beheerst werd door de ‘geheime’ psychische krachten van mannen. Om een benaderende, zij het niet geheel adequate, voorstelling van deze toestand te geven, zou men kunnen spreken van een slaapwandelende waarneming van de kant van deze vrouwen. De geheimen van de natuur werden aan hen onthuld en de impulsen van hun handelingen werden doorgegeven in een soort hogere droomtoestand. Alles was voor hen de uitdrukking van spirituele krachten en verscheen in de vorm van psychische vermogens en visioenen. Ze gaven zich over aan de mystieke werking van hun psychische krachten. Ze werden tot hun handelingen aangezet door ‘innerlijke stemmen’ of door wat hen werd verteld door planten, dieren en stenen, de wind en de wolken, of het geritsel van de bomen.

Uit dergelijke zielstoestanden ontstond wat men menselijke religie kan noemen. Het psychische element in de natuur en in het menselijk leven werd geleidelijk aan vereerd en aanbeden. Sommige vrouwen bereikten een bijzondere overheersing, omdat ze in staat waren om vanuit bepaalde mysterieuze diepten de verschijnselen van de wereld te interpreteren. Zo gebeurde het dat bij deze vrouwen datgene wat in hen was, zich omvormde tot een soort natuurspraak. Want het begin van spraak ligt in iets dat verwant is aan zang. De kracht van het denken veranderde in die van hoorbaar geluid. Het innerlijke ritme van de natuur weerklonk in het leven van “wijze” vrouwen. Mensen verzamelden zich rond dergelijke vrouwen, en hun liedachtige uitingen werden gevoeld als de uitdrukking van hogere machten. Zo ontstond goddelijke aanbidding onder mannen. Het zou een vergissing zijn te denken dat er in die tijd enige “zin” zat in het gesproken woord. Alleen de klank, toon en het ritme werden gevoeld. Niemand had een ander doel dan kracht in de ziel te putten uit wat werd gehoord. De hele procedure stond onder leiding van de hogere leiders. Ze hadden de “wijze” priesteressen geïnspireerd met tonen en ritmes op een manier die hier niet beschreven kan worden, en zo waren vrouwen in staat de ziel van mannen zodanig te beïnvloeden dat ze deze veredelden. Men kan stellen dat het juist op deze manier was dat het ware zielenleven ontwaakte.

De Âkâshische kronieken onthullen wat in dit opzicht taferelen van grote schoonheid zijn. Eén daarvan zal worden beschreven. We bevinden ons in een bos vlakbij een gigantische boom. De zon is net opgekomen in het oosten. Machtig zijn de schaduwen die de palmachtige boom over de open ruimte eromheen werpt. Met haar gezicht naar het oosten, en in een staat van verhevenheid, ontwaren we een priesteres op een zetel, versierd met merkwaardige natuurlijke objecten en planten. Langzaam en in een ritmische cadans vloeien van haar lippen bepaalde wonderlijke klanken, die steeds weer worden herhaald. In grote cirkels opgesteld, zitten een aantal mannen en vrouwen om haar heen met dromerige gezichten, die zich door de klanken innerlijk leven in zich opnemen. Nog andere taferelen zijn te zien. Op een andere plaats, op een vergelijkbare manier opgesteld, zingt een priesteres op een vergelijkbare manier, maar haar tonen hebben iets machtigers, krachtigers in zich, en de mannen om haar heen bewegen in ritmische dansen. Want dit was de andere methode waarmee de “ziel” de mensheid binnenkwam. De mysterieuze ritmes die de mens uit de natuur had opgepikt, werden nagebootst in de bewegingen van zijn eigen ledematen. Zo voelde de mens zich één met de natuur en met de krachten die haar beheersten.

Het deel van de aarde waar de kiem van het toekomstige mensenras ontstond, was bijzonder geschikt voor dit doel. Het bevond zich waar de nog steeds onrustige en stormachtige aarde zich min of meer had gevestigd. Lemurië werd namelijk zwaar geteisterd door stormen. De aarde had toen nog niet haar latere dichtheid bereikt. De dunne grond werd overal ondermijnd door vulkanische krachten die in kleinere of grotere stromen uitbarstten. Machtige vulkanen werden bijna overal aangetroffen en oefenden voortdurend een verwoestende werking uit. In al hun activiteiten waren de mensen gewend rekening te houden met deze vurige kracht. Ze gebruikten het vuur zelfs in hun voordeel bij hun werk en ondernemingen. De stand van zaken was zodanig dat dit natuurlijke vuur kon worden aangewend voor menselijke arbeid, net zoals dat tegenwoordig het geval is met kunstmatig vuur. Het was de activiteit van vulkanisch vuur die ook de ondergang van het Lemurische continent teweegbracht. Het deel van Lemurië waar het Wortelras van de Atlantiërs zou verschijnen, had weliswaar een heet klimaat, maar was desalniettemin over het algemeen gevrijwaard van de werking van vulkanen. De menselijke natuur kon zich hier rustiger en vreedzamer ontwikkelen. Het meer nomadische leven van vroeger werd opgegeven en het aantal vaste nederzettingen nam toe.

Men moet niet vergeten dat het menselijk lichaam in die tijd nog steeds zeer plastisch en flexibel was. Het bevond zich nog in een stadium van vorming, in overeenstemming met de innerlijke veranderingen van de mens. In een recent tijdperk zagen mensen er bijvoorbeeld nog heel anders uit wat betreft hun uiterlijk. De externe invloed van het land en het klimaat bleef hun vorm beïnvloeden. Maar in de betreffende kolonie werd het lichaam steeds meer een uitdrukking van het innerlijke psychische leven. Deze kolonie bevatte tegelijkertijd een soort mensen die gevorderd waren en een verfijndere uiterlijke vorm hadden. Men kan stellen dat de ware menselijke vorm werd geschapen door wat door de leiders was gekloond. Het werk verliep weliswaar zeer langzaam en geleidelijk, maar de vooruitgang begon met de ontvouwing van het psychische leven in de mens; en het nog steeds zachte en plastische lichaam paste zich daaraan aan. Het is een wet van de menselijke ontwikkeling dat de transformerende invloed van de mens op zijn fysieke lichaam afneemt met de vooruitgang. Dat fysieke lichaam kreeg inderdaad pas een tamelijk vaste vorm door de ontwikkeling van het intellect, en gelijktijdig met de verharding van de steenachtige, minerale en metaalachtige formaties van de aarde, die met deze ontwikkeling verbonden waren. Want in het Lemurische, en zelfs in het Atlantische tijdperk, waren stenen en metalen veel zachter dan ze later werden. Dit is niet in tegenspraak met het feit dat er nog steeds afstammelingen bestaan van de laatste Lemuriërs en Atlantiërs die zelfs nu nog vormen vertonen die niet minder vast zijn dan die van de latere mensenrassen. Deze restanten moesten zich aanpassen aan de veranderde omstandigheden om hen heen en werden daardoor stijver. Dit is precies de oorzaak van hun geleidelijke uitsterven. Ze vormden zich niet van binnenuit, maar hun minder ontwikkelde innerlijke natuur werd van buitenaf tot verstarring gedwongen en daardoor tot stilstand gebracht. En deze stilstand is waarlijk een achteruitgang, want zelfs het innerlijke leven ging achteruit omdat het zich niet kon uitleven in het verharde uiterlijke lichaam.

Het dierenleven vertoonde een nog groter vermogen tot verandering. (Later zal worden verwezen naar de diersoorten die aanwezig waren ten tijde van de vroegste rassen, zowel wat betreft hun oorsprong als wat betreft het verschijnen van nieuwe diervormen in de daaropvolgende geschiedenis van de mens. Het volstaat hier te zeggen dat de bestaande diersoorten zich in een staat van voortdurende transformatie bevonden en dat er nieuwe soorten bleven ontstaan.) Deze transformatie verliep van nature geleidelijk. De redenen voor de transformatie lagen deels in de verandering van woonplaats en levenswijze. Dieren hadden een buitengewoon snel aanpassingsvermogen aan nieuwe omstandigheden. Het plastische lichaam veranderde zijn organen met betrekkelijke snelheid, zodat de nakomelingen van een bepaalde soort na korte of langere tijd vrijwel niet meer op hun voorouders leken. Hetzelfde gold voor planten, maar in meer uitgesproken mate. De grootste invloed op de transformatie van mens en dier was te danken aan de mens zelf, doordat hij ofwel instinctief levende wezens in een zodanige omgeving bracht dat ze bepaalde vormen aannamen, ofwel probeerde veranderingen teweeg te brengen door voortplanting. De transformerende invloed van de mens op de natuur was destijds onmetelijk veel groter dan nu het geval is, en dit was met name het geval in de beschreven kolonie. Want hier werd deze transformatie door de leiders geleid op een manier die de mens niet begreep. Zo gebeurde het dat toen de mensen eropuit trokken om de verschillende Atlantische rassen te stichten, ze zeer geavanceerde kennis over het fokken van dieren en planten met zich meebrachten. De groei van de beschaving was dus in wezen een gevolg van de kennis die ze hadden meegebracht. Niettemin moet benadrukt worden dat deze instructies slechts instinctief van aard waren en in wezen nog steeds zo waren onder de eerste Atlantische rassen.

De overheersing van de vrouwenziel, zoals reeds aangegeven, is bijzonder sterk in het laatste Lemurische tijdperk en zet zich voort in het Atlantische tijdperk, toen het vierde onderras in voorbereiding was. Men moet echter niet denken dat dit het geval was voor de gehele mensheid; maar het geldt wel voor dat deel van de aardse bevolking waaruit later de werkelijk ontwikkelde rassen voortkwamen. Deze invloed was het krachtigst op alles wat ‘onbewust’ is in of rond de mens. Het verwerven van bepaalde gebruikelijke gebaren, de subtiliteiten van zintuiglijke waarneming, het gevoel voor schoonheid, een groot deel van het gevoelige en emotionele leven dat mannen in het algemeen gemeen hebben, kwam oorspronkelijk voort uit de ziel van de vrouw. Het is niet overdreven als we de mededelingen in de Akasha-kronieken als volgt interpreteren: “Beschaafde volkeren hebben een lichamelijke structuur en een lichamelijke expressie, evenals bepaalde grondslagen van het fysiek-psychische leven, die door de vrouw in hen zijn gegrift.”

Deze vroege geschriften reconstrueren de gebeurtenissen tussen het ontstaan van de aarde en het begin van de geschreven geschiedenis en omvatten een kernonderzoek naar de oorsprong, prestaties en het lot van de Atlantiërs en Lemuriërs. Deze opmerkelijke “verloren” wortelrassen ontwikkelden de eerste concepten van “goed” en “kwaad”, manipuleerden de natuurkrachten, legden de basis voor alle menselijke juridische en ethische systemen, en definieerden en koesterden de onderscheidende maar complementaire krachten van mannen en vrouwen die de mensheid vele eeuwen geleden tot haar hoogste artistieke, intellectuele en spirituele prestaties brachten.

De onderwerpen van dit boek hebben betrekking op het sociale, economische, culturele, enz. leven van zeer oude tijden. Dit werk kan niet wetenschappelijk worden genoemd in de gebruikelijke enge zin van het woord, omdat de methode om informatie te verkrijgen niet de gebruikelijke wetenschappelijke is. Verantwoorde onderzoekstechnieken en registratie worden echter benadrukt.

Rudolf Steiner schreef zijn werk over Atlantis en Lemurië oorspronkelijk in het Duits onder de titel ‘Aus der Akasha-Chronik’, en het werd voor het eerst gepubliceerd in 1911. In deze teksten bundelt hij esoterisch georiënteerde inzichten die hij via spirituele waarneming aan de zogenoemde Akasha-kroniek ontleend heeft — een soort kosmisch geheugen van de mensheid volgens de antroposofie.

https://rsarchive.org/…/English/TPS1911/GA011_index.html

Uit de Âkâshische kronieken

Onze Atlantische voorouders

Overgang van het Atlantische naar het Arische wortelras

Het Lemurische tijdperk

Vrouw in het derde wortelras

De mensheid vóór de scheiding van sekse

Het begin van seksuele dualiteit

De eerste voorouders van de mens

De eerste, of polaire, race

Het tweede, of Hyperboreese, ras

Voor wie zich vanuit de antroposofie kan verbinden, ontdek je diepere inzichten van een veelbesproken tijdperk.

Geplaatst op Geef een reactie

HAPPY LAMMAS

Lughnasadh

Lugnasadh wordt ook wel Lammas genoemd. Het feest wordt traditioneel op 1 augustus gevierd. Astrologisch valt Lughnasadh op 15 graden leeuw, het teken van het hart, creativiteit en zonnekracht. Dit is het moment waarop de zon haar hoogste energie begint af te geven aan de aarde, en we de vruchten plukken van wat we eerder hebben gezaaid — letterlijk én figuurlijk.

De naam ‘Lughnasadh’ komt van de Keltische zonnegod Lugh. Lugh betekent ‘de schijnende’. Lugh was, na de dood van de God Nuada, leider van de Tuatha de Danaan.

De astrologische datum kan per jaar verschillen. Traditioneel wordt het feest vanaf de zonsondergang op 31 juli gevierd, maar er zijn veel mensen die het feest liever op het astrologisch juiste moment vieren, omdat dit de viering extra ‘kracht’ verleend.

Lughnasadh kondigt het einde van de zomer en het begin van de herfst aan, de dagen zijn kortende. De dagen waren al kortende vanaf Midzomer, maar de veranderingen worden nu duidelijker merkbaar. Dit is de tijd waarin het oogsten begint.

Het graan dat rond deze tijd wordt geoogst werd veel gezien als de god zelf. De god offert hierbij zichzelf op om ons van voedsel te voorzien. Hij wordt opnieuw herboren als het zaad voor de volgende oogst wordt gezaaid.

Dit seizoen is weelderig en overvloedig, maar de natuur begint de komst van koudere winterdagen al te voelen. Zo beginnen de dagen van voorbereiding: zaden verzamelen om volgend voorjaar te planten, kruiden oogsten, jam en gelei inmaken en brood bakken om te bewaren voor de koude dagen die voor ons liggen.

Symbolische betekenis: overvloed, oogst, voorspoed, transformatie

Heersende planeet: de Zon

Regelelement: het vuur

Seizoen: de zomer

Bijbehorend sterrenbeeld: Leeuw

Planten: gerst, maïs, zonnebloemen, pompoenbloesems

Kruiden/Geuren: Basilicum, calendula, wierook, goudsbloem, papaver, rozemarijn, roos, sandelhout

Dieren/Mythologische Wezens: Bijen, Koe/Ossen, Centauren, Griffioenen, Paarden, Varkens, Feniks, Haan, Zalm

Vogels: Raaf, Kippen

Kleuren: Bruin, groen oranje, geel

Edelsteen: avontuurlijk, carneool, obsidiaan, tijgeroog.

Gereedschap: vreugdevuren, maïspoppen, tuingereedschap, speer, zeis,

Goden: Ceres, Cerridwen, Isis, Lugh

Dit is een tijd om de oogst te vieren, dus feesten is een groot deel van het feest! Samen eten en drinken brengen ons dichter bij elkaar en bouwen aan een gemeenschap.

Je kunt vrijwillig voedsel delen aan mensen in nood. En zeker in deze tijd kun je ook lokale boeren ondersteunen door voedsel te kopen op een lokale markt!

1. Wat ben ik op dit moment aan het oogsten in mijn leven?

2. Welke zaden kan ik “zaaien” om me te helpen groeien in het volgende seizoen?

3. Waar kan ik anderen helpen – mensen, dieren…

4. Wat kan ik doen om bij te dragen aan de gemeenschap

Dit is een tijd voor dankbaarheid, persoonlijke groei en vernieuwing. De energie en intenties van Lughnasadh zijn nog steeds aanwezig in het dagelijkse leven van degenen die een op de natuur gebaseerd, spiritualiteit leiden.

Geplaatst op Geef een reactie

De Schumann Resonantie: De Ademhaling van Moeder Aarde Deel 2

Werken met kristallen, voeding, mentale/emotionele/spirituele mindset

In de holte tussen het aardoppervlak en de ionosfeer pulseert een natuurlijke elektromagnetische trilling: de Schumann Resonantie, met een basisfrequentie van 7,83 Hz. Deze trilling is als de ademhaling van onze planeet — een ritmische golf die alles wat leeft beïnvloedt. In een wereld vol kunstmatige prikkels nodigt de Schumann Resonantie ons uit tot herverbinding met het natuurlijke ritme. Door bewust te vertragen, te aarden en ons energetisch af te stemmen, kunnen we — net als dieren — terugkeren naar een staat van innerlijke rust en vitaliteit.

Op dit moment vertoont de Schumann Resonantie verhoogde activiteit met meerdere pieken die wijzen op energetische intensiteit en transformatie. Volgens de Schumann Resonantie live update zijn er fluctuaties zichtbaar rond de basisfrequentie van 7,83 Hz, met uitschieters die wijzen op verhoogde elektromagnetische impulsen in de atmosfeer.

Deze pieken worden vaak geassocieerd met:

Verhoogde gevoeligheid bij mensen (zoals vermoeidheid, intense dromen, emotionele golfbewegingen)

Diepere verbinding met de natuur en intuïtieve inzichten

  • Energetische upgrades van het lichaam en bewustzijn
  • zie vorig blog, deel 1

Sommige spirituele bronnen noemen dit een teken van de “Nieuwe Aarde” die zich manifesteert in collectieve hartopeningen en een terugkeer naar liefdevolle verbinding.

  • Celcommunicatie & hersengolven: Onze hersenen functioneren deels op dezelfde frequentie als de Schumann Resonantie. Dit creëert een natuurlijke afstemming die rust, helderheid en balans bevordert.
  • Zelfherstellend vermogen: Afstemming op deze trilling kan het lichaam helpen bij regeneratie, het oplossen van blokkades en het herstellen van DNA.
  • Energetische bescherming: De resonantie werkt als een buffer tegen kunstmatige straling en ongewenste frequenties, en helpt ons om energetisch ‘gegrond’ te blijven.
  • Psychospirituele effecten: Mensen ervaren verhoogde intuïtie, diepe dromen, en een gevoel van verbondenheid met de aarde wanneer ze resoneren met deze frequentie.
  • Natuurlijke afstemming: Dieren zijn van nature afgestemd op de aarde. Verstoringen in de Schumann Resonantie kunnen hun gedrag, rustritme en oriëntatie beïnvloeden.
  • Energetische gevoeligheid: Vooral hooggevoelige dieren (zoals katten en paarden) reageren op fluctuaties in het elektromagnetisch veld met onrust, vermoeidheid of juist verhoogde alertheid.
  • Helende omgeving: Dieren floreren in omgevingen waar de natuurlijke resonantie voelbaar is — denk aan bossen, bergen, of plekken met weinig elektromagnetische vervuiling.

KristalBeschermende Eigenschappen
AmethistBeschermt tegen negatieve energie, psychische aanvallen en elektromagnetische stress.
Zwarte ObsidiaanSterk aardend, absorbeert negativiteit, beschermt tegen psychische aanvallen.
Zwarte ToermalijnWerkt als energetische bodyguard, beschermt tegen straling en negatieve invloeden3.
LabradorietKaatst negatieve energie af, beschermt je aura, versterkt intuïtie.
HematietAardend en stabiliserend, beschermt tegen negatieve gedachten en stress.
TijgeroogGeeft moed, beschermt tegen angsten en pestgedrag, brengt balans.

Allereerst de kristallen zuiveren, ontladen en opladen. Je kunt op veel betrouwbare sites alles lezen rond kristallen.

  • Draag ze op je lichaam: als hanger, armband of in je broekzak.
  • Leg ze in je huis: bijvoorbeeld bij de voordeur, in de slaapkamer of op je altaar.
  • Gebruik ze tijdens meditatie: houd ze vast of leg ze op je chakra’s.
  • Creëer een kristalgrid: een geometrisch patroon van stenen voor energetische bescherming. Een grid kun je zelf maken of aankopen.
PraktijkUitleg
Levende voedingKies voor vers, biologisch, lokaal en seizoensgebonden. Deze dragen de natuurlijke trilling van de aarde.
KleurfrequentiesElke kleur van groenten en fruit resoneert met een chakra. Bijvoorbeeld rood (wortelchakra), groen (hartchakra).
KristalwaterLaad water op met kristallen zoals bergkristal of rozenkwarts. Drink dit bewust als energetische activatie.
Mindful etenEet in stilte, met aandacht. Dit verhoogt je trilling en versterkt je verbinding met het voedsel.
Plantaardige voedingVermindert energetische belasting en verhoogt je lichtfrequentie. Dieren dragen vaak stressenergie mee.
Fermentatie & enzymenGefermenteerde voeding zoals kimchi, kefir en kombucha ondersteunen je darmflora — je tweede brein.
Energetische intentieZegen je eten met een intentie of affirmatie. Bijvoorbeeld: “Deze voeding ondersteunt mijn licht en kracht.”

  • Eet volgens maanstanden: Nieuwe maan = ontgiften, volle maan = voeden en opladen.
  • Gebruik kruiden als energetische bondgenoten: Salie, lavendel, kurkuma en rozemarijn hebben helende vibraties.
  • Maak een ritueel van je maaltijd: Steek een kaars aan, leg een kristal op tafel, adem bewust voor je begint.

PraktijkUitleg
Dagelijkse affirmatiesPositieve zinnen herhalen zoals “Ik ben in balans” of “Ik vertrouw op het leven.”
Mindfulness & meditatieVersterkt focus, vermindert stress en brengt helderheid in je denken.
dagboekSchrijf je gedachten van je af, ontdek patronen en creëer ruimte voor nieuwe inzichten.
Grenzen stellenMentale rust ontstaat wanneer je duidelijk bent over wat je wel en niet toelaat.
PraktijkUitleg
Emotioneel lichaamswerkDans, ademwerk of yoga om emoties fysiek te verwerken.
Zelfcompassie oefenenSpreek tegen jezelf zoals je tegen een geliefde zou doen.
Innerlijk kind helingVisualisaties of rituelen om oude pijn te verzachten.
Verbinding zoekenDeel je gevoelens met een vertrouwd persoon of in een veilige groep.
PraktijkUitleg
Verbinden met de natuurWandelen, bomen aanraken, zonlicht opnemen — de aarde herinnert je aan je essentie.
Rituelen & maanenergieWerk met volle maan voor loslaten, nieuwe maan voor intenties.
Kristallen & energetisch werkGebruik stenen zoals amethist of labradoriet voor spirituele bescherming en afstemming.
DankbaarheidsceremoniesElke dag iets benoemen waarvoor je dankbaar bent opent je hart.

Muziek is meer dan klank — het is trilling, frequentie, emotie en herinnering. In elke toon schuilt een energetische boodschap die ons kan raken, openen, helen en transformeren.

Wat maakt muziek helend?

  • Frequentie & resonantie: Alles in het universum vibreert. Muziek stemt ons af op bepaalde frequenties, zoals de 432 Hz of 528 Hz, die bekend staan om hun harmoniserende werking op het lichaam.
  • Emotionele bevrijding: Een lied kan tranen losmaken die lang vastzaten, of vreugde oproepen die we vergeten waren. Muziek opent het hart.
  • Neurologische impact: Helende muziek stimuleert de aanmaak van dopamine, oxytocine en endorfines — natuurlijke gelukshormonen.
  • Aarding & lichaamsbewustzijn: Ritme nodigt uit tot beweging. Dansen op muziek brengt je uit je hoofd en terug in je lijf.
  • Spirituele afstemming: Klanken kunnen chakra’s openen, aura’s zuiveren en ons verbinden met hogere dimensies.
PraktijkWerking
Luisteren naar 432 Hz muziekHarmoniseert hartslag, ademhaling en hersengolven.
Mantra’s zingen of neuriënActiveert keelchakra, kalmeert zenuwstelsel.
DansmeditatieVerbindt emotie met beweging, bevrijdt opgeslagen energie.
Muziek in rituelenVersterkt intentie, opent energetische poorten.
Instrumenten zoals klankschalen of drumCreëren een veld van trilling dat het lichaam energetisch herstelt.

In een wereld vol geluid, prikkels en constante beweging, is stilte een zeldzaam geschenk. Maar juist in die stilte vinden we onszelf terug — in de pauze tussen twee gedachten, in de ademhaling die dieper wordt, in het moment waarop alles even stilvalt.

  • Activatie van het parasympathisch zenuwstelsel: Stilte brengt het lichaam in rustmodus, verlaagt bloeddruk en cortisol.
  • Ruimte voor innerlijke wijsheid: Zonder afleiding hoor je je eigen stem, je intuïtie, je waarheid.
  • Verwerking van prikkels: In stilte krijgt het brein de kans om indrukken te integreren en los te laten.
  • Verbinding met het nu: Stilte is een poort naar aanwezigheid. Geen verleden, geen toekomst — alleen zijn.
  • Spirituele diepgang: In vele tradities is stilte de weg naar verlichting, inzicht en verbinding met het goddelijke.
PraktijkWerking
Stiltetijd inplannenCreëert een moment van rust en reflectie in je dag.
Stiltehoek in huisEen plek zonder prikkels, enkel zijn.
Stilte voor meditatieVerdiept de ervaring, opent het hart.
Stilte in gesprekkenLaat ruimte voor echte verbinding en luisteren.
Stilte in de natuurVersterkt het gevoel van eenheid en aarding.
Geplaatst op Geef een reactie

De Onzichtbare Revolutie – Wat Er Innerlijk Gaande Is in Deze Tijd Deel 1

In een wereld die steeds sneller verandert en verzet met harde stemmen en daden gepaard gaat, ontstaat bij velen een tegengestelde stroming: zachtheid, verstilling, en vertraging. Neen, dit is geen onverschilligheid, dit is geen passieve manier van hoe mensen die zich anders opstellen. Een innerlijke revolutie die zich voltrekt in stilte, al kan dit innerlijk vrij chaotisch en heftig verlopen, in het diepste binnenste van velen. Wat speelt er energetisch op collectief niveau? Welke bewegingen voelen we, zonder ze direct te kunnen benoemen? Hieronder neem ik je mee in de onderstroom van deze tijd.

We zitten middenin een energetische loslaatperiode. Oude identiteiten, rollen en patronen brokkelen af. Niet uit gemak, maar omdat ze simpelweg niet meer resoneren.

  • De ‘ik’ die leefde vanuit verwachtingen, moet wijken voor een meer waarachtige ‘ik’.
  • Dit proces kan aanvoelen als vermoeidheid, verwarring, fysieke klachten — het zijn tekenen van ont-wikkeling, niet van disfunctioneren.

Het collectieve veld nodigt uit tot verinnerlijking:

  • Mensen zoeken minder bevestiging buiten zichzelf en meer stilte, eenvoud, natuur.
  • Er ontstaat een herwaardering van het onzichtbare: intuïtie, afstemming, dromen, resonantie.

Dit is geen vlucht uit de wereld, maar een heroriëntatie. Wat is écht? Wat klopt diep vanbinnen? Deze vragen worden actueel, bijna dwingend.

De ziel kent geen haast. In een samenleving die snelheid eist, ontstaat een diep verlangen naar ritme, rust en ruimte.

  • Vertraging wordt niet langer gezien als luiheid, maar als een noodzakelijke voorwaarde voor transformatie.
  • Steeds meer mensen maken radicaal andere keuzes: minder werken, soberder leven, meer gewijd zijn aan hun innerlijke leven.

De energetische poorten staan open.

  • Dromen intensiveren.
  • Synchroniciteit is niet langer toeval, maar richtingaanwijzer.
  • Veel mensen ervaren subtiele shifts in hun lichaam en stemming, ook zonder duidelijke externe oorzaak.

Dit is het ontwaken van het fijnstoffelijke zelf — het ‘ik’ dat leeft voorbij ratio, en bestaat in trilling.

In plaats van overleving ontstaat ruimte voor liefdevolle aanwezigheid:

  • Voeding wordt gekozen met zielsbewustzijn.
  • Beweging komt niet uit discipline maar uit afstemming.
  • Zelfzorg krijgt een sacrale toon: een vorm van spirituele trouw aan jezelf.

Zelfzorg is niet langer een ‘moeten’ maar een ‘mogen’.

In deze tijd ontvouwt zich een diepgaande verandering, meestal ongemerkt. De verschuiving voltrekt zich niet in krantenkoppen of trending hashtags — maar in keuzes die mensen maken in stilte. In ademhalingen, pauzes, overgangen.

We zijn aan het thuiskomen bij onszelf. En dat vraagt tijd. Vertraging. Trouw.

Het ontwakingsproces is geen rechte lijn, maar een dynamisch pad van transformatie. Hier is een overzicht van veelvoorkomende ‘klachten’ of signalen die men kan ervaren tijdens deze innerlijke reis — niet als medische diagnose, maar als energetische en psychospirituele duiding:

  • Verlies van interesse in oppervlakkige gesprekken of prikkels
  • Moeite met concentratie, geheugenverlies, ‘brain fog’
  • Overprikkeling bij nieuws, schermen, sociale media
  • Existentieel denken: Waarom ben ik hier? Wat is mijn werkelijke taak?
  • Diepe behoefte aan mentale stilte of rust van “moeten”
  • Opkomende rouw of verdriet zonder ‘aanwijsbare’ reden
  • Intense stemmingswisselingen — van diepe vrede naar plotselinge boosheid
  • Herbeleving van oude trauma’s of emoties uit het verleden
  • Diepe compassie — zelfs voor mensen of situaties waar vroeger oordeel was
  • Verlangen naar echtheid en verbinding — ‘maskers’ zijn niet langer houdbaar
  • Vermoeidheid & slaapveranderingen (veel slapen of juist slapeloosheid)
  • Tintelingen in het lichaam (vooral bij kruin, handen, voeten)
  • Onverklaarbare pijn in schouders, nek, onderrug — gebieden van energetische opslag
  • Veranderende eetgewoonten — verlangen naar eenvoudiger voeding of vasten
  • Klachten die komen en gaan, zonder duidelijke medische oorzaak
  • Sterkere intuïtie, verhoogde gevoeligheid voor energieën van anderen
  • Dromen en visioenen met symboliek of boodschappen
  • Tijdelijke gevoelens van vervreemding (‘ik pas niet meer in mijn oude leven’)
  • Synchroniciteiten — herhaalde getallen, tekens, ‘toevalligheden’ die richting geven
  • Verlangen naar innerlijke rituelen, stilte, natuur en zielsbewust leven
  • Luister zonder oordeel. Elk symptoom draagt een boodschap van transitie.
  • Zelfzorg is sleutel: rust, goed eten, hydratatie en grenzen zijn essentieel.
  • Zorg voor energetische hygiëne: meditatie, aura-clearing, contact met aarde.
  • Zoek verbinding: met gelijkgestemden, natuur, stilte én met je hogere zelf.

In het tweede deel schrijf ik een woordje rond de invloed en impact van de Schumann Resonantie ( op mens en dier)

In het derde deel volgt een blog rond de Leeuwenpoort van 8 augustus

Geplaatst op Geef een reactie

Maandhoroscoop augustus 2025

Deze maand nodigt uit tot een afweging tussen prestatie en aanwezigheid. Een touwtrekkerij speelt zich af tussen het gepolijste imago en het ware, kloppende hart daaronder. Begin augustus wakkert de vlammen van charisma en verbinding aan, maar onder de sociale verfijning roert zich iets rauws: de behoefte om je woorden in daden om te zetten, te menen wat je zegt, te stoppen met het verbinden van wonden met glitter. De tweede helft van de maand vraagt je om volwassen te worden – niet door te verharden, maar door precies te worden. Niet door perfectionisme, maar door stille toewijding aan wat je belangrijk vindt. Dit gaat over betrouwbaar worden voor jezelf. En dat vereist meer moed dan welke prestatie dan ook ooit zal kosten.

Op 6 augustus treedt Mars in Weegschaal, en het archetype van de krijger legt zijn zwaard neer ten gunste van diplomatie. Maar vergis je niet – dit is geen passiviteit. Dit is de initiatie van strategische macht. Je leert hoe je door conflicten heen kunt komen zonder een spoor van vernietiging achter te laten. Mars in Weegschaal test of je integer kunt blijven en tegelijkertijd anderen met gratie kunt benaderen. Het gaat erom verbinding te creëren, niet om te controleren. Verwacht spanning als je gewend bent je een weg te banen door beslissingen. Dit vraagt om pauze, evenwicht en doelgerichtheid.

Op 9 augustus verlicht de Volle Maan in Waterman de hemel met een koele gloed. Dit is niet de Maan van zachte gevoelens en sentiment – het is een moment van openbaring. Tot welke systemen behoor jij? En zijn ze afgestemd op jouw waarheid, of comfortabele kooien? De energie van Waterman kan afstandelijk aanvoelen, maar biedt de nodige afstand om helder te kunnen zien. Deze maansverduistering helpt je los te komen van groepsdenken, verouderde rollen los te laten en weer in contact te komen met het deel van jezelf dat zich herinnert: erbij horen vereist geen verraad aan jezelf.

Op 11 augustus staat Mercurius in Leeuw, en de stem vindt zijn moed terug. Na een cyclus van twijfel en uitstel is er helderheid – vurig, gepassioneerd en vanuit het hart. Dit is je kans om je uit te spreken, vooral waar je klein bent gebleven om anderen gerust te stellen. De medicijn hier is niet volume, maar oprechtheid. Zeg wat je bedoelt, meen wat je zegt en deel jouw waarheid, maar sta ook open ( ontvankelijkheid) voor andersmans waarheid.

Ook op 11 augustus wordt Ceres retrograde. De grote verzorger trekt haar oogst terug en vraagt: wat noem je voeding die je eigenlijk leeg achterlaat? Dit is een innerlijke periode van heropvoeden – waarin zorg bewust en duurzaam wordt. Het is een tijd om te reflecteren op hoe je geeft en ontvangt, en of je levensritme regeneratie of burn-out ondersteunt. Herbouw je wortels met aanwezigheid. Je hoeft niet alles voor iedereen te zijn. Je hoeft alleen maar eerlijk te zijn.

22 augustus markeert het begin van het Maagdenseizoen. Dit is het punt waarop intentie implementatie wordt. Er schuilt nu schoonheid in discipline – in het leren zorgen voor de kleine, essentiële details in je leven. Maagd gaat niet om perfectie – het gaat om zuivering. Ze vraagt waar jij je energie aan besteedt. Bouwt die toewijding iets heiligs op, of houdt het je gewoon bezig? Organiseer je omgeving om je welzijn te ondersteunen. Toon respect voor de kleine dingen.

De Nieuwe Maan in Maagd op 23 augustus biedt een krachtige reset. Hier kun je intenties zetten die geworteld zijn in het lichaam, in de aarde, in de stille kracht van toewijding. Dit is geen flitsend begin. Het is de eerste stille stap naar blijvende verandering. Onder deze maan kunnen de gewoontes die je plant levenslijnen worden. Vraag jezelf af: hoe zou het zijn om met discipline voor jezelf te zorgen, niet als straf, maar als belofte? Laat dit het moment zijn waarop je stopt met het loslaten van je eigen structuur.

Dan, op 25 augustus, keert Venus terug naar Leeuw. Liefde, kunst en aantrekkingskracht beginnen weer te vlammen – maar niet in de vorm van prestatie of bevestiging. Ware Leeuw-energie komt uit het hart, niet uit het ego. Dit is een kans om je moedig te tonen – niet om gezien te worden, maar om te uiten wat echt is. Romantiek verdiept zich als het eerlijk is. Creativiteit bloeit op wanneer je verbonden bent met je innerlijk scheppend Wezen. Neem ruimte voor jezelf, jazeker, maar maak er een heilige ruimte van. Je hoeft niet te stralen om je waarde te bewijzen. Je straalt omdat het je natuur is.

Hoe je het potentieel kunt navigeren en benutten?


Begin met het loslaten van je grip op de controle en je af te stemmen op wat stilletjes om je aandacht vraagt. Laat de behoefte om indrukwekkend te zijn los en richt je in plaats daarvan op wat essentieel is. Deze maand beloont aanwezigheid, consistentie en moed geworteld in het hart – niet in het masker. Laat de Volle Maan halverwege de maand wegnemen wat er niet meer bij hoort. Laat Mercurius je stem terugbrengen naar de waarheid en laat Ceres je leren waar echte zorg begint. Geef je leven, nu het Maagd-seizoen zich ontvouwt, een vorm die je ondersteunt. Verlang niet alleen naar transformatie – bouw er een omhulsel voor. En wanneer Venus je vraagt om in het licht te stappen, laat dat dan vanuit een plek van heelheid zijn, niet vanuit prestatie. Je authentieke expressie, geworteld in doel en toewijding, is meer dan genoeg.

Heb een fijne maand!

Geplaatst op Geef een reactie

Venus in Kreeft 31 juli 2025

Een Hemelse uitnodiging tot Zielsverbinding 31 juli 2025 – Emotie krijgt kleur, intimiteit krijgt diepgang

Wanneer Venus haar sierlijke dans maakt door het teken Kreeft, breekt er een periode aan waarin ons hart verlangt naar zachtheid, geborgenheid en emotionele verdieping. Deze astrologische transit nodigt je uit om de muren te laten zakken en je kwetsbaarheid niet als zwakte, maar als een bron van kracht te erkennen.

Venus in Kreeft activeert het verlangen naar oprechte verbinding en intimiteit, zorgzaamheid die gevoeld en gedeeld wordt in kleine gebaren, met zorgzame aandacht. Het verlangen om je thuis te voelen bij jezelf en bij de ander.

Wat onder de aandacht wordt gebracht kun je rustig aanschouwen:

– Hoe voed ik mezelf emotioneel?

– Waar kan ik verstillen, vertragen, voor mezelf zorgen= geen overbodige luxe, maar een essentiële daad van zelfliefde, iets waar Kreeft Venus met een zachte maar heldere stem op aandringt.

Reflectie en zelfreflectie rond hoe gesprekken zich in relaties mogen/kunnen verdiepen ( zielslaag), het daardoor oprecht (er)kunnen afstemmen in wat de ander nodig heeft, onuitgesproken emoties komen aan de oppervlakte ( met mededogen en compassie in meebewegen). Verzachten is een uitnodiging waar hardheid is.

Venus nodigt uit om te voelen voor je spreekt, te voelen voor je handelt, te luisteren voor je ventileert, te begrijpen voor je oordeelt. Nodig elkaar daartoe uit.

Denk na over je omgeving: is het een toevluchtsoord of een bron van stress? Kanaliseer deze introspectieve energie in concrete stappen, of het nu gaat om het creëren van een knus hoekje voor jezelf, het beginnen van oprechte gesprekken of het stellen van grenzen die je emotionele welzijn beschermen. Door jezelf te aarden in deze koesterende essentie, versterk je niet alleen je hart, maar ook de verbindingen die er het meest toe doen.

Laat deze transit je gids zijn in het cultiveren van emotionele verdieping, want wie zijn hart durft te openen, ontdekt een liefde die verder reikt dan woorden.

Genegen groet

Mieke🌹

Geplaatst op Geef een reactie

Cheiron Retrograde in Ram: Heling via het Heilig Vuur

30 juli 2025 Tot 2 januari 2026

Op 30 juli begint Cheiron zijn retrograde reis in Ram tot 2 januari 2026

Cheiron, de gewonde heler/genezer, retrograde in Ram activeert het eerste huis: het domein van zelfidentiteit, het ‘Ik’. Astrologisch gezien vormt Cheiron nu een semi-sextiel met Uranus in Tweelingen, wat duidt op mentale herprogrammering

We worden uitgenodigd om datgene te helen, te transformeren, waar we soms jarenlang omheen zijn gelopen, of nog dieper mogen inzakken in wat we met liefdevolle zorgzame aandacht kunnen helen. Eigenlijk is deze langdurige retrograde een innerlijke pelgrimsweg.

Vaak voelen we een retrograde al enkele dagen voordien. Een subtiele onrust, herinneringen die opduiken , een diep verlangen om stil te zijn. Alsof het universum zegt: ‘Bereid je voor, we keren terug naar de plek waar je licht werd geboren door pijn.’

Wanneer Cheiron zich terugtrekt in retrograde door het vurige teken Ram, openen zich poorten naar diepe innerlijke heling. Deze transit nodigt ons uit om oude wonden te erkennen en ze om te vormen tot bronnen van kracht en compassie.

Cheiron, de gewonde genezer uit de Griekse mythologie, kon zijn eigen wonde nooit helen — een universeel symbool voor hoe wij anderen helpen in datgene waar we zelf ooit zijn geraakt. Astrologisch vertegenwoordigt Cheiron onze diepste kwetsuren, maar ook onze unieke helende gave.

Een energetische golf die voorafgaat aan het keerpunt.

Gisteren, bij het lezen van een paar fragmenten uit ‘Dag lief’ van Henriette Hemmink, werd ik onverwacht met volle kracht naar mijn diepste pijnlagen gecatapulteerd.

Niet zachtjes, niet subtiel. Maar als een storm die al een tijdje in mij sluimerde en met een onverwachte intensiteit een uitweg zocht. De woorden van het mannelijke hoofpersonage uit het boek raakten iets ouds — iets dat ik dacht wel grotendeels geheeld te hebben.

Want ja, met ‘het is wat het is’, ‘ ik laat het los’, ‘ ik hecht met niet aan wat anderen vinden’, ‘ leven en laten leven’, zijn littekens op onze Ziel niet altijd in het aardse leven verwerkbaar. Het idee (dat wel eens voelt als een ‘dwangmatig’ ideaal idee) dat we alle ervaringen in 1 leven zouden moeten en moeten kunnen verwerken, is niet hoe dit voor ieder mens werkt.

Ondanks ik bij het verder lezen kon voelen hoe diepere lagen nog verder losgeweekt werden, was het daar ineens. Open, rauw, en helder. Het voelde als een te lang ingehouden ‘tornado’. En neen, geen boosheid, maar een heel diep existentieel verdriet.

Ik dacht terug aan momenten waarop ik mezelf kleiner maakte, niet uit gebrek aan kracht, maar uit zelfbescherming. Nu voel ik: kwetsbaarheid is niet de afwezigheid van moed — het is moed in haar zuiverste vorm.

Daarna voelde ik het stil worden, alsof daar in de kernwonde verzachting ontstond en ik mezelf toesprak met de woorden te mogen voelen wat ik voel, dat daar bestaans-r-echt toe is.

In de vurige energie van Ram botsen we vaak op onszelf. Op onze durf. Op ons verdriet.

Ik dacht terug aan momenten waarop ik het gevoel had niet ‘goed genoeg’ te zijn. Maar wat als kwetsbaarheid niet tegenover kracht staat, maar haar oorsprong is?

Cheiron, de gewonde genezer, raakt ons daar waar we het minst willen voelen — en precies daar begint de heling. In Ram, het archetype van het ‘Ik’ gaat het over ons zelfbeeld, onze kwetsbaarheid ruimte te geven en dat vraagt moed, zeer zeker, het is geen teken van zwakte, wat ons nog steeds wordt voorgehouden als ‘ideaal’ en ‘succesvol’ zijn.

We kunnen niet anders dan te vertragen, in gesprek met onszelf te gaan, aan te kijken waar we zelf een sluier overheen leggen, verantwoordelijkheid dragen en daar ook met moed de gevolgen in nemen, te weten dat we niet minder zijn door onze wonden, ons innerlijk Levensvuur is heilig, we worden uitgenodigd om te verzachten en ons innerlijk vuur niet als een vechten en strijden tégen te gebruiken.

Laat je vooral omringen door iemand, al is het slechts één mens, die de kunst kent om waarachtig te luisteren, van mens tot mens, van hart tot hart, van ziel tot ziel. Niets in te vullen voor de ander, voor elkaar.

Mijn partner en ik hebben dat begenadigde geluk elkaar te verstaan, elkaar te beluisteren en ruimte te geven aan elkaar.

Liefs Mieke