Geplaatst op

6de Yule-Nacht 25/26 december

Het is de zesde nacht.

De sterren staan stil in de hemel,

alsof ze luisteren.

De wereld is gehuld in een zachte sluier van stilte,

en in die stilte ontwaakt een roep —

een fluistering van binnenuit.

Een meisje wandelt door het winterbos.

De sneeuw kraakt onder haar voeten,

maar ze hoort het nauwelijks.

Haar aandacht is naar binnen gericht,

naar een verlangen dat geen naam heeft,

maar wel richting.

In haar hand draagt ze een amethist,

een klein kristal dat ze kreeg van haar grootmoeder.

Het voelt warm, alsof het leeft.

Ze weet niet precies waar ze heen gaat,

maar iets in haar zegt: ‘Volg je innerlijke gevoel en hart, ga maar’

Plots verandert de lucht.

Een zachte gloed daalt neer tussen de bomen.

Daar, in het licht, verschijnt een engel.

Niet groots, niet schreeuwend —

maar stil, warm, stralend.

De engel kijkt haar aan

en legt een hand op haar hart.

“Je bent niet verdwaald,” zegt hij.

‘Je bent onderweg naar jezelf.’

Rondom hen verschijnen dieren:

een hert, stil en waakzaam,

zijn ogen vol zachtheid.

Een uil, hoog in de takken,

zijn blik diep en helder.

Een roodborstje, straalt vol leven

zingend zonder reden.

Een vlinder, dansend in de kou,

alsof hij de lente al kent.

Planten buigen zich naar haar toe:

klimop, den, hulst,

elk met hun eigen geur en kracht.

Ze fluisteren: “Wij zijn jouw bondgenoten.”

De engel spreidt zijn vleugels.

Een lichtstraal daalt neer van boven,

recht naar haar hart.

Ze voelt hoe haar rug zich recht,

hoe haar voeten wortels krijgen,

hoe haar rug vleugels draagt.

En in dat moment

weet ze:

haar hogere zelf is geen verre ster,

maar een innerlijke zon.

Een thuis dat altijd in haar woont.

De engel glimlacht.

‘Je bent geleid.

Je bent verbonden.

Je bent thuis.’

Ze opent haar ogen.

De sneeuw glinstert.

De dieren verdwijnen.

De engel lost op in licht.

Maar in haar hart

blijft de gloed.

En in haar hand

de amethist —

nu warm.

Ze keert terug naar huis,

niet als iemand die iets zocht,

maar als iemand die iets vond:

zichzelf.

* * * * * * * * * * * * * * * * * * * * * * * * * * * * * * * * * * * * * * * * *

Niet van buiten, maar van binnen.

De aarde houdt haar adem in,

de sterren buigen,

en in een nederige stal wordt een kind geboren.

Dit kind draagt het geheim van de wereld:

dat het goddelijke zich met de aarde verbindt.

Dat de mens voortaan niet alleen een lichaam en ziel heeft,

maar ook een geestelijk Ik dat kan ontwaken.

Wie dit kind aanschouwt,

ziet niet alleen een pasgeborene,

maar een zon die in de nacht verschijnt.

Het is het Lichtkind,

het Christuskind,

dat zegt:

“Ik ben in jou geboren.

Ik ben jouw weg naar vrijheid.

Ik ben jouw thuiskomen in het licht.”

Rudolf Steiner beschouwde de geboorte van het Christuskind als een kosmisch keerpunt in de geschiedenis van mens en aarde: het “Keerpunt der Tijden”. Volgens hem werd met de komst van Christus een nieuwe mogelijkheid geboren voor ieder mens om het eigen geestelijke Ik te ervaren en zich te verbinden met het hogere zelf.

Steiner zag de geboorte van Christus niet alleen als een historisch feit, maar als een kosmische gebeurtenis. Het markeert het midden van de aarde-ontwikkeling: vóór Christus leefde de mensheid in een meer dromend bewustzijn, na Christus kon de mens een zelfstandig Ik-bewustzijn ontwikkelen.

Voor Steiner is Christus niet enkel een figuur uit het verleden, maar een levende geestelijke werkelijkheid. De geboorte van het Christuskind symboliseert dat in ieder mens een innerlijk Lichtkind kan ontwaken — een kern van zuiverheid en verbinding met het goddelijke.

Steiner spreekt over de “Christusimpuls”: een kracht die sinds de geboorte van Christus werkzaam is in de wereld. Deze impuls maakt het mogelijk dat mensen hun geestelijke Ik bewust ervaren en zich ontwikkelen tot vrije, liefdevolle wezens.

Steiner benadrukt dat er in de evangeliën sprake is van twee geboorteverhalen (Matteüs en Lucas), die elk een ander aspect van het Christuswezen tonen. Samen vormen ze een mysterie: de geboorte van een kind dat zowel menselijk als kosmisch is.

Waar in mijzelf voel ik de aanwezigheid van een innerlijk Lichtkind?

Hoe kan ik dit Lichtkind voeden en beschermen, zodat het kan groeien?

Welke nieuwe kracht of kwaliteit wil er in mij geboren worden?

Wat betekent het voor mij dat de geboorte van Christus een kosmisch keerpunt is?

Hoe ervaar ik de overgang van duisternis naar licht in mijn eigen leven?

Welke oude gewoonten of overtuigingen mag ik achterlaten om ruimte te maken voor dit nieuwe begin?

Hoe spreekt het Christuskind tot mij als innerlijke zon?

Welke weg wijst dit licht mij in mijn dagelijks leven?

Hoe kan ik leren luisteren naar de zachte stem van innerlijke leiding?

Wat betekent “thuiskomen” voor mij — in mezelf, in de wereld, in het goddelijke?

Waar voel ik mij gedragen door een grotere kracht?

Hoe kan ik dit gevoel van thuiskomen delen met anderen?

**************************************************************

Ga rustig zitten.

Voel de grond onder je voeten, de adem in je borst.

Laat de stilte van de nacht in je binnenkomen.

Sluit je ogen.

Stel je voor dat je in een donkere ruimte bent.

Het is stil, diep, bijna tijdloos.

De aarde lijkt haar adem in te houden.

De sterren boven je wachten.

In die stilte verschijnt een zachte gloed.

Heel klein, heel teer —

als een vlam die net ontsteekt.

Het licht groeit langzaam,

en je ziet een kind geboren worden.

Het Christuskind.

Niet buiten jou, maar in jou.

Een innerlijk Lichtkind dat straalt vanuit je hart.

Voel hoe dit Lichtkind in jou ademt.

Zijn ogen zijn sterren,

zijn adem is vrede.

Het zegt niets,

maar zijn aanwezigheid spreekt:

‘Ik ben het begin.

Ik ben de hoop.

Ik ben het licht dat in jou geboren wil worden.’

Laat dit licht zich uitbreiden.

Van je hart naar je hele lichaam.

Van je lichaam naar de ruimte om je heen.

Van de ruimte naar de wereld.

Tot de aarde zelf lijkt te gloeien.

Blijf in dit licht.

Voel hoe het je draagt,

hoe het je verbindt met alle mensen,

met de kosmos,

met het goddelijke.

Wanneer je klaar bent,

breng je aandacht terug naar je adem.

Open langzaam je ogen.

Het licht blijft —

niet als een visioen,

maar als een stille kracht in jou.

Geplaatst op

5de Yule-Nacht- Kerstavond 24/25 december

Deze nacht staat in oude tradities bekend als de Moedernecht, gewijd aan de oermoeder en de vrouwelijke voorouders. Het thema is vruchtbaarheid, bescherming en de zegen van het leven dat steeds opnieuw geboren wil worden.

In de stilte van Kerstavond, wanneer de wereld zich verzamelt rond licht en warmte, daalt een oude herinnering neer: de Modranecht, de Nacht van de Moeders.

Men vertelt dat in deze nacht de oermoeder verschijnt, niet als één figuur, maar als een kring van vrouwen die ons voorafgingen. Grootmoeders, moeders, dochters, zusters — allen dragen zij het geheim van vruchtbaarheid en leven in zich.

Zij staan om ons heen als een cirkel van zachte kracht. Hun handen zijn open, hun ogen stralen, hun stemmen fluisteren:

In deze nacht wordt het duister niet bestreden, maar bevrucht. Het is de nacht waarin de aarde zelf zwanger lijkt van licht, waarin de kiem van nieuw leven wordt gelegd.

Wie luistert, hoort de adem van de voorouders.

Wie kijkt, ziet de oermoeder die haar mantel spreidt over de wereld.

Wie voelt, weet: vruchtbaarheid is niet alleen geboorte van kinderen, maar ook van ideeën, kunst, liefde, en hoop.

‘Oermoeder, bron van leven,

Uw zegen stroomt door tijd en ruimte.

Ik ontvang uw vruchtbaarheid,

Ik eer uw kracht,

Ik draag uw licht verder.’

Het is Kerstavond.

De stilte van de nacht hangt als een zachte mantel over de aarde.

In die stilte staat een jonge vrouw, rechtop, haar handen geopend naar de hemel.

Ze voelt de adem van de nacht, de sterren die haar omringen, en een diepe rust in haar hart.

Rondom haar vormen zich schaduwen die langzaam licht worden.

Gezichten verschijnen: grootmoeders, moeders, zusters, dochters.

Ze staan in een kring, hun ogen gesloten, hun handen dragend kleine lichtbollen.

Het zijn de voorouderlijke lijnen van de moeders, die haar dragen en zegenen.

Hun aanwezigheid is stil, maar krachtig — een stroom van liefde die door generaties vloeit.

Dan verschijnt achter hen een grotere gestalte.

Een vrouw gehuld in een mantel van veren en sterren, haar ogen glanzend als maanlicht.

Het is Freija, de godin van vruchtbaarheid, liefde en herinnering.

Haar mantel spreidt zich uit over de cirkel, beschermend, omhullend.

Ze legt haar hand op de schouder van de jonge vrouw en fluistert:

De jonge vrouw voelt hoe haar rug zich recht,

alsof een onzichtbare draad haar verbindt met alle generaties.

Ze weet: ze is niet alleen.

Haar leven is een draad in een groter weefsel,

gedragen door de moeders, gezegend door Freija.

En in die kring, in die nacht,

wordt het duister niet bestreden, maar bevrucht.

Het is de nacht waarin de aarde zelf zwanger lijkt van licht,

waarin de kiem van nieuw leven wordt gelegd.

De jonge vrouw sluit haar ogen en fluistert:

“Ik ontvang. Ik ben dankbaar. Ik ben gezegend.”

Welke vrouwen hebben mij gevormd, zichtbaar of onzichtbaar?

Wat heb ik ontvangen van mijn moederlijke lijn — aan kracht, aan kwetsbaarheid, aan wijsheid?

Welke patronen wil ik eren, en welke mag ik nu loslaten?

Wat wil er in mij geboren worden, nu, in deze nacht?

Welke ideeën, gevoelens of dromen vragen om mijn zorg en aandacht?

Hoe kan ik vruchtbaarheid in mijn leven toelaten, ook buiten het fysieke?

Waar voel ik de aanwezigheid van Freija in mijn leven — in liefde, schoonheid, herinnering?

Wat betekent vrouwelijke kracht voor mij, vandaag?

Hoe kan ik mijn eigen mantel van bescherming en liefde spreiden over anderen?

Ga rustig zitten.

Voel de grond onder je.

Adem langzaam in… en uit.

Sluit je ogen.

Stel je voor dat je in het midden van een cirkel staat.

Rondom jou staan vrouwen — oud, jong, bekend, onbekend.

Hun aanwezigheid is voelbaar als een zachte stroom.

Achter hen verschijnt Freija.

Haar mantel is gemaakt van veren, sterren en herinnering.

Ze spreidt haar armen uit,

en haar mantel daalt neer over jou,

warm, beschermend, licht.

Je voelt hoe je rug zich recht.

Je hart opent zich.

Je handen worden zacht en ontvankelijk.

Freija fluistert:

“Jij bent de vrucht van hun hoop.

Jij bent de grond voor wat nog geboren wil worden.”

Je ademt in.

Je ontvangt.

Je ademt uit.

Je geeft door.

In deze stilte,

in deze nacht,

ben jij verbonden met alle moeders,

met alle vrouwen,

met alle zegeningen.

Je fluistert in stilte:

“Ik ontvang.

Ik ben dankbaar.

Ik ben gezegend.”

Blijf nog even in deze stroom.

Laat haar je vullen.

Laat haar je dragen.

En wanneer je klaar bent,

open je je ogen.

De mantel is nog steeds daar —

in jou.

Geplaatst op

4de Yule-Nacht 23/24 december

Het verhaal van terugblik- ontvangen- zegeningen-dankbaarheid

Mijmerend onder een groene zachte fleecen dekentje zat een van middelbare leeftijd jong van geest, bedachtzame vrouw, wiens kinderen al lang de deur uit waren. Een partner had ze niet, na enkele op de klip gelopen relaties, bleef ze voorlopig liever op zichzelf. Te lang, had ze in haar eigen schaduw geleefd. Tot inzicht gekomen dat het duister haar iets wilde laten zien, niet het duister buiten zichzelf maar waar ze in zichzelf al te lang een sluier overheen had gelegd.

Ze leerde de taal van stilte, van wachten, van niet weten. Best een uitdaging voor iemand die gewend was om te willen weten en te begrijpen. Het leven bracht haar tot het ontdekken met een gesloten hart, om zichzelf te beschermen, niet in staat te zijn om te ontvangen, maar ook niet om te geven vanuit ‘onvoorwaardelijkheid.’ Zodra er iemand was om haar iets te geven, gaf ze iets anders in de plaats terug. Of dat nu een compliment was of iets anders.

‘ Is de mens daar werkelijk toe in staat’, had ze al vaker in vraag gesteld, met enkelen die zichzelf als het toonbeeld van onvoorwaardelijkheid neerzetten. In gedrag merkte ze scherp de tegenstrijdigheid op van dat ‘heilige’ woord. Ook bij zichzelf. Om die reden schroomde ze om woorden als onvoorwaardelijkheid en zuiverheid op zichzelf te betrekken.

Meestal, zoals ze dat bij veel mensen in haar omgeving ervaarde, hing daar toch iets aan vast. Bij haar was dat een verlangen naar erkenning, als wie ze was en niet het beeld dat, zoals ze dat beleefde in contacten met anderen, op haar als een projectie werd neergezet.

Hoe vaak gebeurt het niet dat we ons iemand herinneren uit het verleden, en die persoon nog steeds als EN in die herinnering zien, dat beeld vast te houden. Iemand vastzetten in dat beeld, die persoon niet echt willen of kunnen zien zoals die persoon hier en nu is. En waarom dit dan zo goed uitkomt dat beeld te willen vasthouden?

Door daar dieper over na te denken, schrok ze van zichzelf, want ook zij zag dat ze zich liet misleiden en vastzetten door projecties en beelden, uit een zelfs ver verleden. Daardoor kon ze haar medemensen evenmin zien, echt zien, zoals ze werkelijk waren. ‘Jeetje,’ zuchtte ze, ‘ wat ik verlang van anderen…’. Wat is dat toch makkelijk om alles in woorden te schrijven, maar als het erop aankomt…. ‘Werk te doen’, sprak ze gedecideerd en met volle moed.

Die gedachten, die kwamen met toenemende regelmaat aan haar voorbij- er bleef vanbinnen iets gloeien, een klein warm vlammetje. Net genoeg om te overleven. Elke keer als ze dacht ‘Nu is het genoeg’, porde dat innerlijke vlammetje ‘er is nog iets wat je mag ontvangen.’

Geen idee wat dat kon zijn, hoe hard ze daar ook over nadacht. Had ze niet alles geprobeerd dan? Met het Universum gewerkt, cursussen gevolgd, meditaties gedaan, in therapie geweest om haar verleden te verwerken, boeken verslonden? Wat was het dan wat ze maar niet kon vinden?

‘Misschien moet ik het maar allemaal op z’n beloop laten, ik zit hier nu goed en warm en veilig onder mijn zachte groene dekentje en dat pakt niemand me af’, sprak ze troostend tot zichzelf. Wat ze voelde, was toch een sluimerend gevoel van boosheid, van pijn en ook wel enige jaloezie. Niet de jaloezie van anderen iets te misgunnen. Of de jaloezie om de talenten van anderen. Het ging over iets anders. Anderen deden het precies allemaal perfect. De perfecte vrouw, perfecte moeder, perfecte collega, perfecte vriendin….ze wist inmiddels dat dit met haar verleden vanuit haar familiesysteem had te maken. Voor zover had ze systemisch heel diepe lagen omgewerkt, maar toch kwamen in deze tijd nog restverwerkingen aan de oppervlakte.

‘Ach, ‘ herinnerde ze zich, ‘ had ik niet ergens gelezen in een of ander boek van een bekende spirituele schrijver, ‘Niets is wat het lijkt’?

Inmiddels waren haar speelse senior kater Boris en Bram, haar wat rustigere Golden retriever , die het wonderbaarlijk heel goed met elkaar konden vinden, dicht bij haar komen zitten, alsof ze haar al die tijd in de gaten hadden gehouden. ‘Wat voel ik me dankbaar en gezegend, sprak ze met diepe liefde afwisselend over hun kopje.

Op een dag, toen de lucht zacht begon te kleuren en de sterren nog net zichtbaar waren, ging ze op stap naar het nabijgelegen bos, een plek waar ze vaker mediteerde of gewoon aanleunde tegen de sterke stam van een boom. Intuïtief zocht ze steeds een boom die haar op de een of de andere manier ‘wenkte’, zo sterk verbonden voelde ze zich met de natuur en -wezens , dat ze daar een natuurlijke weg in had gevonden.

Ze sloot haar ogen, en voelde hoe het vlammetje zich uitbreidde tot een stroom.

Een stroom van licht. Van zachtheid. Van herinneringen, vele herinneringen flitsten voorbij, als wolken die met de wind meedreven. Haar verleden dreef in beelden heel levendig voorbij. De mensen die kwamen en gingen, de keuzes die ze had gemaakt. Er ging heel wat door haar heen. Restgevoelens en restverdriet werden op een heel diepe manier losgeweekt, schoongespoeld door haar tranen. Tranen wekten bij dat diepe gevoel dankbaarheid op.

Nu begreep ze wat het betekende haar zegeningen met een dankbaar gevoel, al zag ze dit in het verleden als een kwelling, aan te kijken. Dat gevoel van gewaarworden drong door in haar hele wezen. Een subtiel zacht trillen ontstond in haar gewaar worden , alsof er kleine stroompjes door haar lichaam op en neer, van kop tot teen, tot onder haar voetzolen bewogen.

In haar denken werden nieuwe impulsen tot leven gewekt, aangewakkerd. ‘Wat kunnen gedachten zo vertroebeld zijn, door donkere en onzuivere gedachten, terwijl we ervan overtuigd zijn dat we zuiver denken en spreken ‘, kwam ze tot in-zicht. Vanwaar die impulsen opgewekt werden, daar had ze nog geen idee van en misschien was dit op dit moment niet eens van belang. Dat zou ze wel gaan onderzoeken en uitzoeken, maar ze wist dat er een heel andere weg voor haar openlag.

Dankbaar voor elke schaduw die haar leerde waar het licht woont. Dankbaar voor elke storm die haar wortels dieper liet groeien. Dankbaar voor elke stilte die haar oren leerde luisteren.

Ze glimlachte. Niet omdat alles opgelost was, maar omdat ze begreep: het duister was geen vijand geweest. Het was een leermeester.

En nu, in deze vierde Yule-nacht, liet ze het achter zich. Niet met wrok, maar met eerbied.

Ze opende haar handen, en voelde hoe het licht zich in haar nestelde — maar als een zegen en fluisterde: ‘Ik ben klaar om te ontvangen. Ik ben dankbaar voor wat was. Ik ben gezegend door wat komt

En terwijl de sterren langzaam vervaagden in het ochtendlicht, wist ze: het vlammetje in haar was nu een zon geworden. Ze had nog een weg te gaan, een weg van moed, een weg waar nog zoveel te ontdekken was.

Ontvangen – Dankbaarheid – Zegeningen

  • Wat mag ik vandaag ontvangen zonder schuldgevoel of terughoudendheid?
  • Waar in mijn leven stroomt iets naar mij toe dat ik nog niet helemaal durf te aanvaarden?
  • Hoe voelt het om gewoon te ontvangen, zonder iets te hoeven doen?
  • Welke ervaringen uit het verleden brengen mij nu een gevoel van dankbaarheid, zelfs als ze toen moeilijk waren?
  • Wat in mij is gegroeid dankzij het duister?
  • Welke mensen, plekken of momenten wil ik vandaag in stilte bedanken?
  • Welke zegeningen zijn er vandaag in mijn leven, zichtbaar of onzichtbaar?
  • Hoe kan ik mezelf toestaan om gezegend te zijn, zonder bescheidenheid te verbergen?
  • Wat wil ik als zegen doorgeven aan anderen?
  • Wat mag ik nu achter mij laten, met eerbied en zachtheid?
  • Welk oud verhaal mag ik herschrijven in het licht van wie ik nu ben?
  • Wat gebeurt er in mij als ik het duister niet meer als vijand zie, maar als leermeester?

Ga rustig zitten. Voel de grond onder je. Adem langzaam in… en uit.

Sluit je ogen. Stel je voor dat je hart een open kom is. Niet leeg, maar ontvankelijk. Zacht. Ruim. Stil.

Vanuit de hemel daalt een gouden stroom neer. Warm. Helder. Liefdevol. Ze stroomt langzaam in je hart, alsof ze precies weet waar ze moet zijn.

Je ademt in. Je ontvangt.

Vanuit de aarde stijgt een tweede stroom op. Diep. Dragend. Troostend. Ze vult je buik, je benen, je voeten. Ze zegt: “Je bent gedragen.”

Je ademt uit. Je laat los.

In deze stroom voel je dankbaarheid. Voor alles wat je hebt doorleefd. Voor alles wat je hebt geleerd. Voor alles wat je nu mag zijn.

Je fluistert in stilte: ‘Dank je. Voor het duister. Voor het licht. Voor de weg.

Laat de stroom nog even blijven. Laat haar je vullen. Laat haar je zegenen.

En wanneer je klaar bent, open je je ogen. Neem de plek waar je zit rustig op en geniet nog even na. Glimlach.

Geplaatst op

3de Yule Nacht- 22/23 december

Het Gouden Hart

De derde Yule-nacht viel als een sluier van stilte over het bos. De lucht was helder, de sneeuw glansde alsof er van binnenuit licht doorheen scheen, en tussen de bomen hing een zachte verwachting — alsof iets onzichtbaars op het punt stond te ontwaken.

Een meisje liep langzaam over het pad, haar voetstappen bijna geluidloos. Ze droeg geen last, geen vragen, geen plannen. Alleen een stille nieuwsgierigheid, een openheid die haar hart zachtjes deed tintelen.

Toen ze bij de oude dennenboom kwam, dezelfde boom die haar al twee nachten had verwelkomd, ging ze zitten in het zachte licht van de schemering. Ze sloot haar ogen en legde haar handen op haar borst, alsof ze een geheim vasthield dat nog niet uitgesproken wilde worden.

Maar het geheim kwam niet van haar. Het kwam van binnen.

Heel langzaam begon er een warmte te groeien, eerst klein als een vonkje, dan groter, zachter, ronder — tot het voelde alsof haar hele borstkas gevuld werd met een gouden, stromende gloed.

Ze opende haar ogen. Het licht was zichtbaar geworden. Het straalde door haar vingers heen, alsof haar hart een zon was die eindelijk durfde te schijnen.

Ze ademde in. En met die adem voelde ze iets bijzonders: het licht stroomde niet alleen uit haar, het stroomde ook in haar.

Vanuit de hemel daalde een zachte straal neer, warm en helder, alsof de sterren haar iets wilden schenken. En vanuit de aarde steeg een tweede stroom op, diep, dragend, vol oeroude wijsheid.

Beide stromen ontmoetten elkaar in haar hart. En daar, precies op dat punt, ontstond een gevoel dat ze niet kende maar meteen herkende: onvoorwaardelijkheid.

Geen liefde die iets terug wil. Geen warmte die iets verwacht. Geen licht dat een richting zoekt.

Gewoon zijn. Gewoon geven. Gewoon ontvangen.

Ze keek om zich heen. Het bos leek te ademen met haar mee. De sneeuw schitterde alsof er duizenden kleine sterren in lagen. De boom boven haar boog lichtjes, alsof hij haar wilde beschermen. En de lucht voelde open, wijd, alsof ze deel was geworden van iets veel groters.

Ze fluisterde: ‘Dank je.’

Niet tegen iemand, maar tegen alles wat leefde.

En in dat moment wist ze: dit licht was niet alleen voor haar. Het wilde door haar heen de wereld instromen. Niet als een opdracht, maar als een natuurlijke stroom.

Toen de nacht dieper werd, doofde het licht langzaam in haar handen, maar niet in haar hart. Dat bleef warm, ruim en helder.

Ze stond op, keek nog één keer naar de hemel, en voelde hoe de verwondering haar hele wezen vulde.

De derde Yule-nacht had haar niet veranderd. Ze herinnerde zich aan wat ze altijd al was.

Reflectievragen voor de 3de Yule-nacht

Ontvankelijk – Lichtinstroom van het hart – Verwondering

  • Waar in mij voel ik vandaag een zachte opening van het hart?
  • Wat gebeurt er wanneer ik liefde laat stromen zonder iets terug te verwachten?
  • Welke delen van mij verlangen naar onvoorwaardelijke aanvaarding?
  • Wat wil er vandaag in mij ontvangen worden — zonder dat ik er moeite voor doe?
  • Hoe voelt het wanneer ik niet duw, niet zoek, maar gewoon opensta?
  • Welke subtiele lichtstroom merk ik op in mijn lichaam of mijn emoties?
  • Wat raakt mij in deze nacht met een gevoel van stille verwondering?
  • Waar kan ik opnieuw kijken met de ogen van een kind?
  • Welke kleine, bijna onzichtbare dingen brengen mij vandaag in een staat van verwondering?
  • Waar voel ik de verbinding tussen boven en beneden in mijzelf?
  • Wat gebeurt er wanneer ik me voorstel dat licht door mijn hart stroomt — omhoog én omlaag?
  • Welke boodschap ontvang ik wanneer ik luister naar de stilte tussen hemel en aarde?
  • Wat in mij wil vandaag zachtjes gaan stralen?
  • Waar mag ik mezelf toestaan om meer warmte te geven?
  • Wat verandert er wanneer ik mijn hart zie als een bron in plaats van een vat?

Ritueel voor de 3de Yule-nacht

  • Zoek een plek waar je je gedragen voelt: bij een boom, bij een kaars, of in een stille kamer.
  • Zet een klein lichtje neer (een kaars, een warm lampje, of zelfs een klein theelichtje).
  • Leg je handen even op je buik en adem rustig in en uit, alsof je jezelf uitnodigt om te landen.
  • Plaats beide handen op je borst, zacht en zonder druk.
  • Stel je voor dat je hart een deur is die niet open moet, maar open mag.
  • Fluister: “Ik ben open en ontvankelijk voor het licht dat mij vindt.”
  • Visualiseer een zachte straal van warm goud licht die van boven naar je hart stroomt.
  • Voel hoe dit licht niet duwt, niet trekt, maar eenvoudig binnenkomt.
  • Laat het licht zich verspreiden in je borst, je schouders, je armen, je hele lichaam.
  • Stel je dan voor dat er vanuit de aarde een tweede stroom opstijgt: warm, dragend, rustgevend.
  • Beide stromen ontmoeten elkaar in je hart.
  • Adem langzaam in door je neus. Voel hoe het licht zich uitbreidt.
  • Adem uit door je mond. Laat alles wat gespannen is zachtjes wegvloeien.
  • Herhaal dit drie keer, alsof je je hart wast in licht.
  • Leg één hand op je hart en één hand op je buik.
  • Fluister of denk: ‘Ik ontvang zonder te vragen. Ik geef zonder te verwachten. Ik ben licht in beweging.
  • Kijk om je heen, of sluit je ogen.
  • Vraag jezelf: ‘Wat raakt mij op dit moment met verwondering?
  • Laat het antwoord komen zonder zoeken.
  • Misschien is het een gevoel, een beeld, een herinnering, of gewoon stilte.
  • Breng je handen opnieuw naar je hart.
  • Buig lichtjes je hoofd, alsof je het licht bedankt dat door je heen stroomde.
  • Zeg: ‘ Dank je, hart. Dank je, licht.

Geplaatst op

2de Yule Nacht- 21/ 22 december

Het verhaal van afscheid nemen en loslaten

De nacht was helder, maar stil. Geen wind, geen sneeuwval, alleen de helende adem van de bomen en het zachte knisperen van sterren boven de heuvels.

In het bos zat een meisje onder een oude den. Ze had haar handen gevouwen, dankbaar , dat gebaar was niet gebonden aan een geloof of religie. Als heel jong kind, voelde ze spontaan de impuls haar kleine handjes in een gebedshouding te vormen.

Haar ogen had ze heel zachtjes gesloten. Haar reis naar haar hart kon beginnen. Ook dat was niet nieuw. De 12 Heilige Nachten waren nog specialer voor haar, in haar beleving werkten diepe krachten, die haar inspireerden om een beter mens te worden. Niet dat ze zich een slecht mens voelde. In feite ging het voor haar om diepere lagen verder om te werken, te leren om zuiver te denken, zuiver te voelen en zuiver de zijn in het leven. Wetend ook dat dit een weg van Worden is.

Voor haar lag een mandje met witte papiertjes. Op elk had ze iets geschreven — een gedachte die haar niet meer diende, een gewoonte die haar klein hield, een verdriet dat zijn tijd had gehad. Zichzelf vergeven dat ze zelf een spiegel was voor velen, en velen ook voor haar.

Ze nam het eerste papiertje, las het fluisterend voor, en legde het in een schaal met kruiden. Een klein vlammetje brandde in het midden. Ze keek met een zachte blik en gedachten naar het vuurtje dat haar papiertje verbrandde. In haar hart voelde ze zich lichter worden. Ze boog haar hoofd en dankte in stilte diegenen die betrokken waren in haar verhalen.

De rook steeg op, draaide zich om haar heen als een zachte werveling, en loste zich, gedragen door de wind, op.

Zo ging ze verder, papiertje na papiertje, tot de mand leeg was en haar hart lichter zoals ook haar adem lichter werd.

Toen keek ze omhoog. De sterren leken dichterbij. Alsof ze haar gebaar hadden gezien en haar nu omhulden met hun licht.

Ze boog nogmaals haar hoofd naar de aarde en richtte haar blik naar de sterren en sprak de woorden: ‘Neem wat ik niet meer hoef,’ zei ze. ‘ En geef het terug als iets nieuws, wanneer de tijd rijp is.’

De boom leek luchtig ruisloos mee te wiegen. Een vogel streek neer op een tak, alsof hij iets kwam ophalen.

Buiten was het stil, wellicht waren velen al onder de wol gekropen. Het afscheidsritueel voelde voor haar als een zegen, een bevrijding voor zichzelf. Het voelde wat als een sterven aan gehechtheden, maar ze wist ook dat deze fase noodzakelijk was om ruimte te maken voor het nieuwe.

Reflectievragen voor de 2de Yule-nacht

  • Wat wordt hoorbaar in mij wanneer ik stil word en minder ‘invul’?
  • Waar mag ik vandaag even niet-doen, zodat mijn ziel kan ademen?
  • Wat voedt mij werkelijk — en wat vult mij alleen maar op?
  • Wat heb ik dit jaar gedragen dat nu te zwaar is geworden?
  • Welke gedachte, gewoonte of verwachting mag ik met zachtheid neerleggen?
  • Wat wil ik bedanken voor wat het me leerde, en nu laten gaan?
  • Waar in mijn leven is het tijd om ruimte te maken?
  • Welke relaties, ritmes of patronen vragen om helderheid en eenvoud?
  • Wat voelt troebel of verstopt, en hoe kan ik dat met liefde opschonen?
  • Wat vertelt mijn lichaam mij wanneer ik echt luister?
  • Welke waarheid in mij vraagt om erkenning, zelfs als ze klein is?
  • Waar ben ik mezelf voorbijgelopen — en waar wil ik terugkeren naar mijn kern?
  • Wat wil ik teruggeven aan de aarde, zodat zij mijn last kan transformeren?
  • Wat wil ik toevertrouwen aan de hemel, zodat het licht het kan dragen?
  • Waar voel ik de verbinding tussen boven en beneden in mijzelf?
  • Welke innerlijke ruimte ontstaat er wanneer ik loslaat?
  • Wat wil ik uitnodigen in die nieuwe leegte?
  • Hoe voelt het om lichter te worden?

Geplaatst op

Een reis door de 12 Heilige Nachten en afronding

Wanneer de wereld haar adem inhoudt en de nacht langer wordt dan de dag, opent zich een oude, stille poort — een drempel tussen het voorbije jaar en het jaar dat nog ongeboren in het donker rust.

Dit is de tijd waarin de hemel dichter lijkt, waarin sterren spreken in een taal die alleen het hart verstaat. De tijd waarin de aarde slaapt, maar de ziel ontwaakt.

De 12 Heilige Nachten zijn geen gewone nachten. Het zijn nachten van luisteren, van dromen die fluisteren wat komen wil, van licht dat zich opnieuw verzamelt in het diepste van ons wezen.

Elke nacht is een stap, een zachte beweging door een innerlijk landschap waar herinneringen, intuïties en toekomstbeelden als sneeuwvlokken neerdalen. Niet om vast te houden, maar om te herkennen.

We reizen niet snel. We reizen niet ver. We reizen naar binnen — naar de plek waar stilte vruchtbaar wordt en waar het nieuwe jaar zijn eerste wortels vindt.

Laat deze inleiding een uitnodiging zijn die je meeneemt naar de drempel van de eerste nacht. Een uitnodiging om te vertragen, om te ademen, om te vertrouwen dat het licht, hoe klein ook, altijd terugkeert.

En zo begint de reis. Zacht. Eerlijk. Met een zachter wordend hart.

Nacht 1 – De Nacht van het Ontwaken van het Licht

De eerste nacht valt als een sluier van stilte over de wereld. Het oude jaar ligt achter je als een landschap dat langzaam vervaagt, en voor je opent zich een ruimte die nog geen naam draagt. Dit is de nacht waarin het licht zijn eerste trilling laat voelen — niet zichtbaar, maar voelbaar, als een zachte warmte die ergens diep in je borst begint te gloeien.

In deze nacht luister je naar het allereerste fluisteren van het nieuwe jaar. Het is nog klein, nog kwetsbaar, zoals een vonk die net geboren wordt in de duisternis. Maar het is er — en het zoekt jou.

Sta even stil. Adem. Voel hoe de nacht je omhult als een mantel van rust. Niets hoeft vandaag te worden opgelost. Niets hoeft te worden vastgehouden. Je hoeft alleen maar aanwezig te zijn bij het prille begin van het licht.

Deze nacht nodigt je uit om te vragen: Wat wil er in mij ontwaken? Welke kleine vonk vraagt om aandacht? Waar begint mijn nieuwe jaar te ademen?

Je hoeft het antwoord niet te kennen. Het mag komen als een beeld, een gevoel, een woord, of als een stille leegte die nog gevuld wil worden. Alles is goed.

Want in de eerste Yule-nacht wordt niet het grote zichtbaar, maar het kleine dat groot wil worden. Het licht dat nog geen vorm heeft, maar wel een richting.

Laat deze nacht een zachte opening zijn. Een eerste stap. Een welkom aan het licht dat terugkeert en aan het nieuwe dat zich in jou wil ontvouwen.

🌍 Reflectievragen om de Aarde te eren

  • Waar heeft de aarde mij dit jaar gedragen, gevoed of beschermd?
  • Welke plek in de natuur voelt voor mij als een thuis, en waarom?
  • Wat kan ik teruggeven aan de aarde, in dankbaarheid en zorg?
  • Waar mag ik vertragen zodat ik meer in het ritme van de aarde leef?

🕯️ Reflectievragen om de Voorouders te eren

  • Welke kwaliteiten of wijsheden heb ik geërfd van mijn voorouders?
  • Welke patronen wil ik met liefde verderzetten — en welke met zachtheid loslaten?
  • Als mijn voorouders mij nu zouden zien, wat zouden ze mij willen meegeven?
  • Hoe kan ik hun kracht eren zonder hun lasten te dragen?

🐾 Reflectievragen om de Dieren te eren

  • Welk dier heeft mij dit jaar iets geleerd, gespiegeld of begeleid?
  • Wat bewonder ik in de dierenwereld dat ik zelf meer wil belichamen?
  • Hoe kan ik meer respectvol en bewust omgaan met de dieren om mij heen?
  • Als een dier mij vandaag een boodschap zou brengen, welke zou dat zijn?

🌲 Reflectievragen om de Natuur te eren

  • Welke seizoenen hebben mij dit jaar het meest geraakt, en waarom?
  • Wat in de natuur weerspiegelt mijn innerlijke toestand op dit moment?
  • Waar mag ik meer ruimte maken voor stilte, cycli en natuurlijke ritmes?
  • Hoe kan ik mijn leven zo vormgeven dat het meer in harmonie is met de natuur?

Reflectievragen rond Kernwaarden

  • Welke waarden hebben mij dit jaar gedragen?
  • Welke waarde wil ik sterker laten groeien in het komende jaar?
  • Waar ben ik trouw aan mezelf gebleven — en waar niet?
  • Wat voelt als mijn innerlijke kompas, zelfs in donkere tijden?

🔥 Reflectievragen rond Licht en Innerlijke Groei

  • Waar in mij gloeit er al een klein lichtje dat aandacht vraagt?
  • Wat mag er in mij opnieuw geboren worden?
  • Welke oude last mag ik met zachtheid neerleggen?
  • Wat wil ik uitnodigen in mijn leven wanneer het nieuwe jaar ontwaakt?

Geplaatst op

Winterroos

Daar staat ze alleen in haar aarde- pot, krachtig rechtop.

Terwijl ik dichterbij kom en haar in alle richtingen opneem, wekt ze iets in mij op. Casper loopt ondertussen heen en weer in het tuintje en staat stil naast mij, te kijken wat ik van plan ben.

‘Zie je, Caspertje, hoe die mooie roos daar zo krachtig staat, alleen, onverstoord en hoe ze zich in haar volle schoonheid laat zien?’

Alsof ze, als ik haar fluisteren ‘ Ik heb niet veel nodig om te bloeien, want ik bloei omdat het in mij ligt. Dat is mijn essentie.’

Ze bloeit niet tegen de kou, maar met de kou, alsof ze weet dat licht ook in het donker woont.

Haar blaadjes fluisteren dat niet alles slaapt in de winter. Sommige dingen zijn op weg naar een rustig ontwaken en openbaren.

Het innerlijke licht, de zachte kracht, het stille groeien in de wintertijd.

En die ene roos, op de tafel, in ons tuintje voelt als een wachter van het seizoen — een teken dat schoonheid soms precies dáár verschijnt waar je het niet verwacht.

En wie haar ziet, voelt even hoe kwetsbaarheid kracht kan zijn.

Ik blijf me daar toch over verwonderen….die pure schoonheid, die zich nergens in laat dwingen, maar gewoon IS.

Liefs Mieke 🌹

©Thuisfoto 20-12-2025

Geplaatst op

Zie de mens

In het hart weeft het voelen.

In het hoofd straalt het denken

In de leden werkt het willen.

Wevend in ’t stralen,

werkend in ’t weven,

stralend in ’t werken:

dat is de mens.

Rudolf Steiner

Geplaatst op

Zon in Steenbok – 21 december 2025

Met Zon in Steenbok word je uitgenodigd om te navigeren tussen ambitie en je op jouw authentieke manier uit te drukken. Dat ten volle te omarmen en te belichamen.

Dit is niet zomaar een tijd om de spreekwoordelijke ladder te beklimmen; het is een oproep om een pad te creëren dat werkelijk in overeenstemming is met je kernwaarden.

Stel je de berg voor die voor je ligt, zijn top gehuld in mist, die je uitnodigt om met intentie te stijgen.

Elke stap vraagt om aandacht, om het besef dat de reis even betekenisvol is als de bestemming.

Reflecteren op wat jou werkelijk verankert — welke dromen geworteld zijn in de vruchtbare bodem van jouw zielswezen.

Terwijl je je ambities cultiveert, herinner je dan dat de kracht van de Steenbok niet alleen in zijn gedrevenheid ligt, maar ook in zijn vermogen tot geduld en veerkracht.

Gebruik deze energie om je doelen met helderheid en precisie te herdefiniëren.

Dit is een goed moment om je visie te verfijnen, om afleidingen weg te zeven die je pad vertroebelen. Ieder mens is geboren om een eigen unieke weg te bewandelen, je kunt daar van alles over denken en vinden, echter, dat mag ieder voor zichzelf uitzoeken, of dat werkelijk iets bijdraagt.

Mensen die elkaar weten te inspireren en te bewegen tot groei, tot zelfkennis, tot actief onderzoeken en studeren, vanuit verwondering, vanuit werkelijke belangstelling en ontvankelijk zijn ervoor, en dit vanuit het elkaar echt Zien, als compagnons en route van het leven, ja, dat is toch wel iets helemaal anders. Het gaat niet om hoeveel mensen er zo zijn…..maar dat ze er zijn, ja dat is een zegen.

Structuur is belangrijk, en wel zo dat er voldoende ruimte is om daarbinnen met souplesse en flexibiliteit te bewegen. Tussen het doen en het zijn het midden te vinden. Het is voor ons een evenwichtsoefening en uitnodiging, daarin het midden te vinden. Dat dus ook gaat over gezonde grenzen- op elk levensvlak- leggen.

Wat zijn jouw prioriteiten? Welke zijn verbonden aan ‘oude programma’s’ vanuit je systemisch verleden? En hoe kun je in jouw unieke programma ( want die is voor ieder mens anders) aan het werk gaan? Wetend dat je langs een kronkelend pad loopt, zodat elke keuze je diepere aspiraties weerspiegelt.

Zo navigeer je niet alleen door de wildernis van verantwoordelijkheid; je transformeert haar tot een landschap vol mogelijkheden.

Laat deze Steenbok-energie je gids zijn, die je leidt naar een toe-komst-beeld ( en daar ook in mee-bewegen) waar je ambities niet alleen vervuld worden, maar ook volledig in lijn zijn met de essentie van wie je bent.

Hier eindig ik ook dit blog met de wijze woorden die Mieke Mosmuller in menige boeken en voordrachten schrijft/zegt: ‘Mens, ken Uzelf.’ Dat is natuurlijk niet het ‘kennen’ zoals dat doorgaans wordt begrepen.

Liefs Mieke 🌹💚🙏

Geplaatst op

Winterzonnewende 21-12-2025

Het licht van de zon begint een nieuwe zonnecyclus tijdens de winterzonnewende. De stralen schijnen in het donker en voeden het pasgeboren leven om gecultiveerd te worden. Dit wordt weerspiegeld in de natuur en de aard van het leven overal om ons heen, terwijl de zaden worden begraven in de duisternis van de aarde, ze komen weer tevoorschijn met de leven-gevende stralen van de zon.

Op dit moment beleven we de langste en donkerste nachten van het jaar en de kortste dagen met de minste hoeveelheid daglicht. Het donker zegeviert over het licht, maar dit betekent een keerpunt!

In de winter sluimert alles op de stille aarde, het is een heilige tijd van rust en bezinning voor het ontwaken en de langzame opbouw naar betere dagen.

De energie van de winter is die van verstilling. Het is de vruchtbare duisternis en stilte waaruit de verlangens en nieuwe inspiraties van onze ziel uiteindelijk kunnen opduiken. Naarmate we ons bewustzijn bewust koppelen aan de cycli van de natuur, begint ons begrip van onze eigen persoonlijke groeicycli zich te verdiepen.

Waarom doen we zoveel moeite aan het onderdrukken en verbergen van onze duisternis?

Als er negatieve emoties opkomen en we voelen ze, dan zijn ze ongemakkelijk, ongemakkelijk of erger, we maken onszelf wijs dat we onze ‘trillingen’ naar beneden trekken. Het is precies dié angst om de duisternis te erkennen, de angst om minder spiritueel te zijn. Spiritualiteit is alles in jezelf erkennen, omarmen en helen.

Als we bang zijn voor onze eigen duisternis, sluiten we onszelf af van een essentiële bron van onze eigen persoonlijke kracht. De sleutel is niet om duisternis ons leven en onze gedachten te laten overweldigen, maar om te begrijpen dat duisternis een van de grootste katalysatoren kan zijn voor persoonlijke groei, transformatie, transmutatie en her-creatie.

Misschien zelfs onze weg naar verlichting. Het lichter leven verwelkomen, zo breed en zo ruim als jij het verlangt.

Door onszelf toe te staan onze emoties te voelen en onze eigen duisternis te ervaren, kan de duisternis zelf de spirituele mystieke wieg worden waarin ons innerlijk licht en nieuw leven wordt geboren.

Laat je gevoelens je leiden, want je gevoelens zijn jouw waarheid.

Winterzonnewende is de grote stilte voordat de kracht van de zon toeneemt en de dagen langer worden, een tijd zijn om uit te rusten, te overschouwen.

Winterzonnewende is een van de krachtigste punten van het jaar wanneer de as van de aarde pauzeert, verschuift en in de tegenovergestelde richting beweegt. Drie dagen lang ervaren we rond de zonnewendepunten de kracht van het stilstandpunt en de verschuiving van richting. De stilstaande zon is een krachtige metafoor voor de energie die ons ter beschikking staat tijdens de winterzonnewende om de richting van ons leven met intentie te veranderen en voort te bouwen op deze energie terwijl we het nieuwe jaar ingaan. Na het ervaren van de langste nacht en de donkerste dag, worden de nachten korter en de dagen helderder tot de zomerzonnewende.

Laat jezelf vandaag rusten in de vrede van de duisternis, wetende dat het seizoen verandert, en de terugkeer van betere dagen in het verschiet ligt, wees eraan herinnerd dat je altijd verbonden bent met de Bron, en je innerlijke licht dimt nooit.

Zet jezelf niet onder druk om nu veranderingen aan te brengen of in actie te komen in de wereld … laat de energieën van nieuw leven en inspiratie langzaam in je opbouwen en tegen de lente zul je barsten van nieuwe energie en ideeën. Dit is de aard der dingen… de cycli en ritmes van persoonlijke groei en verandering, terwijl je jezelf consequent voedt met mededogen, rust en reflectie toelaat, zal grote vreugde je oogst zijn in 2026.

Misschien wil je de tijd nemen om het einde en het nieuwe begin in je leven te eren en te erkennen in een ceremonie of persoonlijk ritueel dat zowel je verleden eer aandoet als ruimte vrijmaakt om ruimte te maken voor wat je voor het komende jaar wenst.

Wat je ook kiest om het einde van het jaar, de komst van het nieuwe en de wedergeboorte van het licht te markeren – of je nu pauzeert in stille reflectie of feest viert in gezelschap, weet dat er overal op onze planeet veel vuren helder branden !

Overvloedige zegeningen voor iedereen in het komende jaar!

1ste Yule Nacht 20/21 December ❤

❤ Liefs, Mieke